2) Berg de machine nooit met brandstof in de tank op in een gebouw waar de dampen in contact
kunnen komen met een open vlam of een vonk of een bron van extreme hitte.
3) Laat de motor afkoelen alvorens de machine op te bergen in een besloten ruimte.
4) Om het brandrisico te verkleinen dient u de motor, de uitlaatdemper, het batterijcompartiment en de
benzinetank vrij te houden van gras, bladeren of grote hoeveelheden vet. Laat geen containers met
gemaaid gras binnenin een gebouw staan.
5)
Vervang versleten of beschadigde onderdelen om veiligheidsredenen. Om veiligheidsredenen mag
u geen apparatuur gebruiken met versleten of beschadigde onderdelen. De onderdelen moeten worden
vervangen en niet gerepareerd. Onderdelen die niet van dezelfde kwaliteit zijn kunnen de apparatuur
beschadigen en uw veiligheid in het gedrang brengen.
6) Als de brandstoftank moet worden leeggelaten, dient dat buiten te gebeuren en wanneer de motor is
afgekoeld.
7) Draag stevige werkhandschoenen voor het demonteren en monteren van het mes.
8) Controleer de balans van het mes na het slijpen.
9) Controleer de zelfsluitende afschermkap en de grasvangzak regelmatig op slijtage en schade.
10) Wanneer de machine wordt behandeld, getransporteerd of gekanteld moet u:
- stevige werkhandschoenen dragen;
- de machine vastpakken op plaatsen waar u er voldoende pak op hebt, rekening houdend met het
gewicht en de gewichtsverdeling.
REINIGING
Reinig de machines met water na iedere maaibeurt; verwijder het met modder vermengde gras dat is
blijven plakken aan de binnenkant van het chassis om te voorkomen dat het aandroogt en het
starten bemoeilijkt.
De lak op de binnenkant van het chassis kan na verloop van tijd beginnen af te bladderen ten
gevolge van de schurende werking van het gemaaide gras; als dat het geval is, dient u vlug in te
grijpen door de lak te retoucheren met een roestwerende verf om te voorkomen dat het metaal gaat
corroderen.
Verwijder de versnellingskast door de schroeven te verwijderen en reinig de zone rondom de
versnellingskast en de drijfriemen met een borstel of druklucht één of twee keer per jaar.
Een keer per seizoen moeten de drijfwielen binnenin worden gereinigd. Verwijder beide wielen. Ontdoe
het tandwiel en de tandwielrand van gras of vuil met behulp van een borstel of druklucht.
MESSEN VERVANGEN
Ledig de olietank alvorens het mes te verwijderen
Draai de schroef los om het mes te vervangen.
GGT 65Mn
Y01202
Herinstalleer zoals geïllust reerd. Draai
de
schroef
stevig
vast.
Aandraaimoment 40 Nm. Bij het
vervangen van het mes moet de
schroef van het mes ook worden
vervangen.
Olie verversen
De olieaftapplug bevindt zich onder de
motor. Houd een opvangbak gereed om de
olie op te vangen en verwijder de olieaftapplug.
Eenmaal de olie afgetapt, brengt u de
aftapplug weer aan, met de drukring, en veegt
u eventuele gemorste olie op.
Vul de motor met SAE30-olie. Wanneer de
peilstok op de vulpijp rust (d.w.z. niet
ingeschroefd), moet het oliepeil zich tussen
de min en max-markeringen van de peilstok
bevinden. Nooit te vol doen.
Start de motor en laat hem eventjes draaien.
Zet de motor af, wacht een minuut en
controleer het oliepeil. Vul olie bij indien nodig.
Bougie
Eenmaal de motor afgekoeld, verwijdert u de bougie met behulp van de
bijgeleverde bougiesleutel, reinig de bougie met een draadborstel. Stel de
elektrodenafstand met een voelermaat in op 0,75 mm (0,030"). Draai de
bougie opnieuw in maar draai hem niet te vast.
OLIEAFTAPPLUG