Aandrijfrollen vervangen
WAARSCHUWING
Schakel de ingangsstroom uit voordat u de installatie start
of de aandrijfrollen wijzigt.
Draadaanvoerapparat PF 56D is voorzien van een
aandrijfrol V1.0/V1.2 voor staaldraad. Voor andere draden
en maten moet de juiste set aandrijfrollen worden
geïnstalleerd (zie het hoofdstuk "Toebehoren") aan de
hand van de instructies:
Schakel de ingaande stroom UIT.
Ontgrendel de vier rollen door het verdraaien van de
vier Quick-Change Carrier Gears [26]
Haal met [27] de drukrollen los.
Vervang de aandrijfrollen [25] door exemplaren die
geschikt zijn voor het te gebruiken type draad.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de bekleding van de toorts en de
contacttip
ook
geschikt
draadformaat.
WAARSCHUWING
Voor draden met een diameter van meer dan 1,6 mm
moeten de volgende onderdelen worden verwisseld:
De geleidebuis van de aanvoerconsole [23] en [24].
De geleidebuis van de Euro-aansluiting [22].
Vergrendel 4 nieuwe rollen door de 4 Quick-Change-
houders [26] te draaien
Steek de draad door de geleiderbuis over de rol en de
geleiderbuis van de Euro-aansluiting heen en in de
bekleding van het pistool. De draad kan handmatig
een paar centimeter in de bekleding worden gedrukt
en moet gemakkelijk aanvoeren zonder enige kracht.
Zet met [27] de drukrollen vast.
22
Afbeelding 6
Nederlands
zijn
voor
het
gekozen
27
24
23
26
25
Gasaansluiting
Als de CILINDER beschadigd is, kan hij
ontploffen.
Zet de gascilinder altijd stevig rechtop vast
tegen een cilindermuurrek of op een
speciaal ervoor gemaakte cilinderkar.
Houd de fles uit de buurt van plekken waar
deze beschadigd of verhit kan raken en uit
de buurt van elektrische circuits om
mogelijke
voorkomen.
Houd de cilinder uit de buurt van laswerk
of andere actieve elektrische circuits.
Het lasapparaat nooit optillen als de
cilinder eraan vastzit.
Zorg ervoor dat de laselektrode de cilinder
nooit raakt.
De
opbouw
schadelijk zijn voor de gezondheid en zelfs
dodelijk zijn. Gebruik het apparaat in een
goed
gasconcentraties te voorkomen.
Sluit de ventielen van de gascilinder zeer
goed als u hem niet gebruikt; dit om lekken
te voorkomen.
De lasmachine is geschikt voor alle gebruikelijke
beschermgassen tot een druk van maximaal 5,0 bar.
Zorg er vóór gebruik voor dat de gascilinder gas bevat dat
geschikt is voor het voorgenomen doel.
Draai de ingaande stroom uit bij de lasstroombron.
Installeer een goede gasstroomregelaar op de
gascilinder.
Sluit de gasslang aan op de regelaar met behulp van
de slangklem.
Het
andere
uiteinde
aangesloten op de gasaansluiting op het achterpaneel
van
de
stroombron
snelkoppeling
op
draadaanvoer [6]. In de instructiehandleiding van de
stroombron staat meer informatie.
Sluit de speciale verbindingskabel aan (zie het
hoofdstuk "Toebehorenʺ) aan op de draadaanvoer en
de stroombron.
Zet de ingaande stroom aan bij de lasstroombron.
Open het ventiel van de gasfles.
Stel de stoom van beschermgas van de gasregelaar
bij.
Controleer de gasstroom met de schakelaar voor
gasvoorstroom [12].
Om via het GMAW proces te lassen met CO
beschermgas, moet een CO
gebruikt.
9
WAARSCHUWING
ontploffing
of
van
beschermgas
geventileerd
gebied
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
van
de
gasslang
of
rechtstreeks
het
achterpaneel
WAARSCHUWING
gasverwarmer worden
2
Nederlands
brand
te
kan
om
hoge
wordt
op
de
van
de
2