3 Inbouw-instructies
Controleer al naar gelang de toepassing of de afsluiter hiervoor geschikt is.
De afsluiter moet voldoen aan de bedrijfsvoorwaarden van het leidingsysteem (medium,
mediumconcentratie, temperatuur en druk) en aan de desbetreffende omgevingsvoorwaar-
den. Controleer de technische specificaties van de afsluiter en van de materialen.
3.1 Algemene aanwijzingen voor de inbouw
LEVENSGEVAAR! Onder druk staande appendages nooit openen!
Gevaar voor letsel aan lichaamsdelen!
Alleen aan een drukloze installatie in ruststand werken!
GEVAAR VOOR LETSEL door hete installatiegedeeltes!
Gevaar voor brandwonden!
Alleen aan afgekoelde installatie werken!
GEVAAR VOOR LETSEL / LEVENSGEVAAR!
Vrijkomen van agressieve chemicaliën!
Draag voor de demontage altijd beschermende kleding!
· Neem alle veiligheidsmaatregelen en normen in acht!
· Montage-, inspectie- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door geautoriseerd
en gekwalificeerd vakpersoneel worden verricht (verantwoordelijk is de gebruiker /
eigenaar).
· Doorstroomrichting en inbouwpositie naar eigen keuze.
3.2 Inbouw van de afsluiter
· Draag beschermende kledingn
· Deactiveer de installatie (resp. het installatiegedeelte) en sluit deze af
· Tegen onbevoegd inschakelen beveiligen
· Installatie drukloos maken en in ruststand brengen
· Installatie (resp. het installatiegedeelte) volledig ledigen en laten afkoelen totdat de
omgevingstemperatuur lager is dan de verdampingstemperatuur van het medium, om
brandwonden te voorkomen
· Installatie deskundig decontamineren, spoelen en beluchten
Verschillende inbouwwijzen van de GEMÜ-membraanafsluiteren afhankelijk van het
afsluiterhuis:
Schroefverbindingen / clampaansluiting:
De afsluiter in de geleverde toestand inbouwen:
· Schroef de schroefverbindingen overeenkomstig de geldige normen in de leiding.
· Voor de montage van de clampaansluitingen betreffende afdichting tussen afsluiterhuis
en leidingaansluiting plaatsen en door een klemband aan elkaar verbinden.
Gebruik, afhankelijk van het toepassingsgebied en de uitvoering van de schroefver-
binding, geschikt afdichtingsmateriaal (afdichtingsmateriaal en de klemband voor de
clampaansluitingen worden niet meegeleverd).
687
8/24