appSensor verbinden
Info
De app kan tegelijkertijd met meerdere verschillende
appSensoren of appSensoren van eenzelfde type
verbonden zijn en meerdere metingen parallel
registreren.
De appSensor als volgt met het eindapparaat verbinden:
ü De Trotec MultiMeasure Mobile app is geïnstalleerd.
ü Bluetooth is geactiveerd op uw eindapparaat.
1. Start de Trotec MultiMeasure Mobile app op uw
eindapparaat.
2. De appSensor inschakelen door het drie keer kort drukken
op de toets Aan/uit/meting (3).
ð De LED (2) knippert geel.
3. Druk op de toets Sensoren (6) op het eindapparaat.
ð Het overzicht van de sensoren wordt geopend.
4. Druk op de toets Actualiseren (7).
ð Is de scanmodus niet al eerder automatisch
geactiveerd, wijzigt de toets Actualiseren (7) van grijs
naar zwart. Het eindapparaat zoekt daarna alle
beschikbare appSensoren.
5. Druk op de toets Verbinden (8), om de gewenste sensor te
verbinden met het eindapparaat.
ð De LED (2) knippert groen.
ð De appSensor is verbonden met het eindapparaat en
begint met de meting.
ð De weergave schakelt om naar continue meting.
6
SENSOREN
METINGEN
Sensoren
Actieve sensoren in de buurt
8
BP21WP
Beschikbare sensoren
BA16WP
BM22WP
BM31WP
BC21WP
Nr. Aanduiding
Betekenis
BA30WP
6
Toets Sensoren
Opent het overzicht van de sensoren
7
Toets Actualiseren Actualiseert de lijst met sensoren in
de buurt van het eindapparaat
8
Toets Verbinden
Verbindt de weergegeven sensor met
het eindapparaat
NL
KLANTEN
INSTELLINGEN
RAPPORTEN
Verbinden
pyrometer met smartphone-bediening BP21WP
Multipunt-laser in- en uitschakelen
1. Druk twee keer kort op de toets Aan/uit/meting (3) op de
appSensor, voor het inschakelen van de multipunt-laser.
2. Druk opnieuw twee keer kort op de toets Aan/uit/
meting (3) op de appSensor, voor het uitschakelen van de
multipunt-laser.
Info
Houd er rekening mee dat de multipunt-laser niet dient
voor het bepalen van de temperatuur, maar uitsluitend
als richthulp voor het te meten oppervlak.
Meting uitvoeren
Info
Houd er rekening mee dat bij het wisselen van de
gebruikslocatie van een koude naar een warme
omgeving condensvorming op de printplaat van het
apparaat kan ontstaan. Dit natuurkundig effect, dat niet
te voorkomen is, vervalst de meting. De app toont in dit
geval geen of verkeerde meetwaarden. Wacht enkele
minuten, tot het apparaat zich heeft ingesteld op de
gewijzigde omstandigheden, voordat u een meting
uitvoert.
1. Zorg dat het te meten oppervlak vrij is van stof, vuil en
dergelijke substanties.
2. Om bij sterk reflecterende oppervlakken een nauwkeuriger
meetresultaat te bereiken, het voorzien van matte tape of
matzwarte verf met een zo hoog mogelijke en bekende
emissiegraad.
3. Houd rekening met de verhouding van 10:1 tussen de
afstand en de meetvlekdiameter. Voor nauwkeurige
metingen moet het meetobject minimaal twee keer zo
groot zijn dan de meetvlek.
7
7