Inhoudsopgave
Advertenties
Configuratie
Gebruik de procedures die volgen op: kalibreren, afstemmen, configuratiegegevens en
statusberichten bekijken voor de SVI II AP. Neem alle waarschuwingen in acht terwijl de klep
beweegt tijdens deze procedures.
WAARSCHUWING
OPMERKING
OPMERKING
Opmerkingen over agressiviteit
Agressiviteit instellen
Terwijl de SVI II AP DTM en de DD u toestaan om agressiviteit in te stellen, doen de
drukknoppen dat niet. In alle drie de methoden wordt de agressiviteitswaarde echter geërfd van
elke eerder uitgevoerde afstemming (Autotune of handmatig). Zodra agressiviteit en andere
afstemmingswaarden zijn bepaald, worden ze in NVRAM opgeslagen.
De SVI II AP biedt een door de gebruiker gedefinieerd agressiviteitsniveau voor automatische
afstemming, het toegestane bereik varieert van -9 tot +9, waarbij 0 (nul) als normale
afstemming wordt beschouwd. Het agressiviteitsniveau heeft invloed op de snelheid waarmee
wordt gesjoemeld en op de overshoot. Een negatieve waarde VERTRAAGT de strijksnelheid
en helpt bij het minimaliseren van overmatige opnamen. Een positieve waarde VERHOGEN de
strijksnelheid en kan wat overshoot toevoegen. De aanbevolen waarden voor agressiviteit zijn 0
voor regelkleppen zonder volumeboosters.
Bij toepassingen met volumeboosters en/of snelle uitlaatkleppen wordt het agressiviteitsniveau
niet zo invloedrijk. Voor Autotuning ligt het meestal tussen 0 en 3. Verminder de gevoeligheid
van de volumeboosters door de integrale bypass-naaldklep ongeveer 1 tot 2 slagen te openen.
Wees voorzichtig bij het afstellen van de naaldklep om de zitting niet te beschadigen, sluit
voorzichtig aan de zitting en open vervolgens 1 of 2 slagen.
Dynamiek agressiviteit
Lagere waarden van agressiviteit leiden tot lagere PID-waarden en een langzamere respons en
minder overschrijding.
Hogere waarden leiden tot hogere PID-waarden en snellere respons en meer overschrijding.
Zodra je een voorkeur hebt voor agressiviteit en je stemt één keer af, gebruiken alle
toekomstige autotunes automatisch dezelfde waarde, tot de gebruiker is gewijzigd.
54 |
Deze procedures kunnen ertoe leiden dat de klep beweegt.
Voordat u verder gaat, moet u ervoor zorgen dat de klep
is geïsoleerd van het proces. Houd uw handen weg van
bewegende delen.
Alle kalibratie- en configuratieprocedures worden
beschreven met behulp van een SVI II AP met drukknoppen
en display- en ValVue-software.
Beginnend met firmwareversie 3.2.7/5 .1.3, als Autotune
niet succesvol is, verschijnt het bericht TuneERR op
het drukknopdisplay of bij gebruik van de DD. Eerdere
firmwareversies meldden dit als TuneFail.
Deze berichten betekenen niet dat de klepstandsteller defect is,
maar geven aan dat er een handmatige afstemming moet worden
uitgevoerd.
© 2021 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
Advertenties
Inhoudsopgave
