Inhoudsopgave
Advertenties
4.3 De verwijdering van het toestel uit de adaptermodule ZWMA (functie DELETE)
Deze functie wist het toestel dat toegewezen werd aan het gekozen kanaal uit het modulegeheugen. De
functie veroorzaakt niet de verwijdering van het toestel uit het net "Z-Wave".
De procedure van de verwijdering van het toestel uit een bepaald kanaal werd getoond in
1. Kies via de SEL-toets het
kanaal in de ZWMP-module dat
het te verwijderen toestel bestuurt
4. Houdt de "P" knop gedurende 0,5
sec. ingedrukt (zie
montagehandleiding)
Opgelet !!!
In de nieuwe versie van het bedieningsapparaat kan elke procedure worden onderbroken door op de knop "IN/EX" te
drukken. In de vorige versie moet u 10 seconden wachten tot het bedieningsapparaat een fout aangeeft of moet u het
bedieningsapparaat resetten door de batterijen eruit te nemen.
Afbeelding 5: een toestel van het gekozen kanaal van de ZWMA-module verwijderen
*) De programmatiefout blijkt uit het feit dat de reactie uit het toestel ontbreekt; dit kan veroorzaakt worden door:
het niet indrukken van de programmatietoets binnen de 10 seconden na het signalisatiemoment via de
•
paraatheidsmodule om het toestel uit het net te verwijderen;
de grote afstand tussen de module en het te verwijderen toestel
•
het feit dat het toestel tot een ander net dan dat van de module behoort.
•
Opgelet !!! Elk toestel dat fysiek uit het netwerk gehaald wordt (bijvoorbeeld als het beschadigd is), moet ook uit het geheugen van
het bedieningsapparaat (PRIMARY, SECONDARY) worden verwijderd. Dat wil zeggen dat eerst de toewijzing van het toestel aan
het toetsenpaar moet worden verwijderd (punt 3.4) en dat het toestel daarna uit het netwerk moet worden gehaald (punt 3.5). Om een
optimale communicatie tussen de toestellen te garanderen, moet deze procedure juist uitgevoerd worden. Als een toestel wordt
ontkoppeld zonder het uit het geheugen van het bedieningsapparaat te verwijderen, wordt de reactietijd van de toestellen op
commando's verlengd en ontladen de batterijen van de bedieningsapparaten sneller. Als een beschadigd toestel moet worden
verwijderd en het niet mogelijk is om het uit het geheugen van het bedieningsapparaat te verwijderen, is het aan te raden om het hele
netwerk (alle toestellen) opnieuw te configureren. Om een nieuw netwerk te configureren stelt u eerst terug de fabrieksinstellingen
van het bedieningsapparaat in (functie DEFAULT). Daarna voert u de functie EXCLUDE van de werkende toestellen uit en gaat u
naar punt 3 "Het bedieningsapparaat programmeren".
Opgelet !!! Als u een toestel wilt verplaatsen binnen het netwerk (bv. een stopcontactmodule), is het aan te raden om het toestel eerst
uit het geheugen van het bedieningsapparaat te verwijderen. (U moet daarvoor eerst de toewijzing aan het toetsenpaar verwijderen
(punt 3.4) en pas daarna het toestel uit het netwerk verwijderen (punt 3.5)). Vervolgens installeert u het op de nieuwe werkplaats.
11.12.23 NC825
x2
1
x1
2
2.Druk binnen 1,5 seconde op de
volgende toetsen:
- twee keer op de In/Ex-toets en
- de - of de
x1
>0,5Sec.
5. De module geeft aan dat het
toestel correct verwijderd werd (de
twee buitenste led-lampjes branden
ong. 2-3 seconden).
x1
2
8/16
Afbeelding 5.
3. De module geeft aan dat het
toestel verwijderd kan worden (de
twee middelste led-lampjes
branden 10 seconden).
6*.Programmeerfout – de twee
middelste led-lampjes knipperen
ong. 2-3 seconden.
©2012, FAKRO
Advertenties
Inhoudsopgave
