is gevuld met verse koffie en u kunt
ervan genieten.
GEBRUIK MET KOFFIEBONEN
1. Open het deksel van het waterreservoir.
2. Vul het waterreservoir met koud water.
Overschrijd de "MAX"-lijn op het
waterreservoir niet.
3. Sluit het deksel van het waterreservoir.
4. Zorg ervoor dat de filter juist in de
filterhouder is geplaatst. Doe de
koffiebonen in de filter met behulp van
de lepel. (1-2 lepels)
5. Plaats het hakmes in de filterhouder.
Zorg ervoor dat deze juist wordt
aangebracht.
6. Maak de filterhouder vast op de
connector van het apparaat en
vergrendel deze.
7. Plaats de roestvrijstalen beker op de
plaat.
8. Steek de stekker in het stopcontact.
9. Druk op de aan/uit-knop en vervolgens
op de maal- en koffiezetknop om het
apparaat op te warmen. Het apparaat
werkt met tussenpozen tijdens het
malen van de koffie. Dit is normaal en
beter voor een goed maalresultaat.
10. Nadat het malen is voltooid, schakelt
het apparaat automatisch over
naar de koffiezetmodus en wordt
er verse koffie gezet. Aan het einde
van het koffiezetproces hoort u drie
geluidssignalen. Uw kopje is gevuld
met verse koffie en u kunt ervan
genieten.
OPGELET:
• Dit apparaat is uitgerust met een
veiligheidsmicroschakelaar. Zorg ervoor
dat de filterhouder stevig vastzit, anders
zal het apparaat niet goed werken.
• Wanneer het apparaat juist in elkaar zit,
hoort u een geluidssignaal nadat de
stekker in het stopcontact zit om aan
te geven dat het apparaat juist op de
netvoeding is aangesloten.
• Controleer voor elke koffiezetcyclus altijd
of de filterhouder goed vastzit en deze
juist in het apparaat is aangebracht.
• Gebruik vers drinkwater om lekkere
koffie te zetten.
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Haal na gebruik de filterhouder uit
het apparaat en reinig deze onder
de kraan. Ontgrendel de filterhouder.
Verwijder het koffiegruis uit de filter.
Haal het hakmes en de filter uit de
filterhouder. Gebruik vers water om
elk onderdeel grondig te reinigen.
De filterhouder en de filter zijn
vaatwasmachinebestendig.
2. Dompel de stekker, het snoer of het
apparaat niet in water.
3. Veeg de buitenkant van het apparaat
af met een vochtige en zachte doek en
niet met een harde borstel.
4. De filterhouder en andere verwijderbare
onderdelen kunnen ongeveer vijf minuten
worden geweekt in warm water of een
mengsel van water met een gepast
reinigingsmiddel. Spoel de onderdelen
grondig af met water en veeg ze droog
voor montage.
5. Ontkalken het apparaat regelmatig.
- Reinigingsfrequentie: zacht water;
eenmaal elke drie maanden. Hard
water; eenmaal per maand.
- Ontkalkingsmiddel: gebruik alleen
vloeibaar ontkalkingsmiddel speciaal
voor koffiezetapparaten. Gebruik geen
vast schoonmaakmiddel
TECHNISCHE GEGEVENS
Voedingsspanning:
220-240V ~ 50-60Hz Klasse I
Koffiezetapparaat: 600W
Koffiemolen: 120W
- 9 -