Afdruktaken opslaan op de printer om later of privé af te drukken
Inleiding
De volgende informatie biedt procedures voor het maken en afdrukken van documenten die zijn opgeslagen op
de printer. Deze taken kunnen later of privé worden afgedrukt.
Een opgeslagen taak maken (Windows)
●
Een opgeslagen taak maken (macOS)
●
Een opgeslagen taak afdrukken
●
Een opgeslagen taak verwijderen
●
Informatie die naar de printer is verzonden voor de boekhouding
●
Een opgeslagen taak maken (Windows)
Sla taken op de printer op voor privé- of vertraagde afdrukken.
1.
Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.
Selecteer IPV6 in de lijst met printers en selecteer vervolgens Eigenschappen of Voorkeuren (de naam
varieert per programma).
OPMERKING:
OPMERKING:
functies ten opzichte van wat hieronder wordt beschreven voor desktoptoepassingen. Voer de volgende
stappen uit om de functie voor afdrukken vanaf een app in het Start-scherm te openen:
Windows 10: Selecteer Afdrukken en selecteer vervolgens de printer.
●
Windows 8.1 of 8: Selecteer Apparaten, selecteer Afdrukken en selecteer de printer.
●
Als Meer instellingen is geselecteerd, zal de toepassing HP AiO Printer Remote aanvullende driverfuncties
voor de driver HP PCL-6 V4 downloaden.
3.
Klik op het tabblad Taakopslag.
4.
Selecteer een optie voor Modus Taakopslag.
Controleren en vasthouden: Er wordt één exemplaar van een taak afgedrukt,zodat u dit kunt
●
controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt.
Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van
●
de printer. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak privé/beveiligd maken
selecteren. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet u de vereiste pincode in het
bedieningspaneel opgeven. Als u de taak beveiligt, moet u de vereiste pincode invoeren op het
bedieningspaneel. De afdruktaak wordt na het afdrukken uit het geheugen gewist en gaat verloren
als de stroom naar de printer wordt uitgeschakeld.
40
Hoofdstuk 4 Afdrukken
De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
In Windows-10, 8.1 en 8 hebben deze toepassingen een andere indeling met andere
NLWW