In werking stellen
1. Zet stroom op het stopcontact.
2. Stel met de schakelaar op de grille de snelheid
van de ventilator in: laag (l) of hoog (ll).
3. Schakel het centrale verwarmingssysteem in.
4. Stel de kamerthermostaat in op de maximale
temperatuur.
5. Plaats de verwarmingsunit zodanig
dat de flexibele slangen niet knikken
en de voedingskabel niet vast komt te
zitten.
ELECTRICAL
CABLE
PLINTH
6. Bevestig de verwarmingsunit aan de
plint door de schroefgaten aan beide
zijden van de grille.
Schroeven om de grille aan de
plint te bevestigen
De frontgrille reinigen:
Verwijder met een vochtige doek en zeep eventueel vuil of andere overblijfselen. Droog de grille af met een
doek nadat het vuil is verwijderd.
5. Zodra het centrale verwarmingssysteem warm is,
slaat de verwarmingsunit aan.
6. Zoek een goede balans in het centrale
verwarmingssysteem als de Space Saver
geïnstalleerd is binnen hetzelfde circuit als de
paneelradiatoren.
7. Wanneer het apparaat goed werkt, vergeet dan
niet om de kamerthermostaat terug te zetten naar
de normale instellingen
HOSE
4
Warmteafgifte
We raden aan om het Space Saver-model te kiezen dat het berekende warmteverlies kan
compenseren bij een normale warmteafgifte (l) en waarbij de Boost-stand gebruikt wordt om de
ruimte sneller op te warmen.
80°C
Model
Normaal
(kW)
SS 80 mm
0,8
60°C
Model
Normaal
(kW)
SS 80 mm
0,6
Opmerkingen:
Warmteafgifte is getest in overeenstemming met BS4856 op basis van de ingaande
watertemperatuur.
Storingen oplossen
1. De ventilator gaat niet draaien
wanneer ik de schakelaar in stand l of ll
zet.
Indien u moeilijkheden ondervindt, neem dan contact met ons op via +31-10-4376255.
Het is verstandiger om het product niet los te koppelen van uw centrale
verwarmingssysteem.
70°C
Boost
Normaal
Boost
(kW)
(kW)
(kW)
1,1
0,7
50°C
Boost
Normaal
Boost
(kW)
(kW)
(kW)
0,7
0,5
a). Controleer of er stroom op het stopcontact staat.
b). Controleer of het centrale verwarmingssysteem
ingeschakeld is en of eventuele kamerthermostaten
warmte oproepen.
c). Controleer of er geen lucht in het centrale
verwarmingssysteem zit.
d). Zorg voor een balans in het centrale
verwarmingssysteem als de verwarmingsunit
geïnstalleerd is binnen hetzelfde circuit als de
paneelradiatoren en verhoog de snelheid van de
circulatiepomp indien noodzakelijk.
e). Verhoog de watertemperatuur in de CV-ketel
f). Controleer de zekering in de gezekerde stroomtak.
g). Controleer de aangesloten bedrading in de
gezekerde stroomtak.
5
0,8
0,4