W
AARSCHUWING
Als het failsafe systeem van het lachgas niet werkt
zoals beschreven, mag u dit product pas weer
gebruiken
als
het
veiligheidsvoorziening niet goed functioneert, zou er
onafhankelijk van de flowregelknop lachgas kunnen
stromen, waardoor er lachgas zonder zuurstof naar de
patiënt kan gaan.
KLEP VAN CONCENTRATIEREGELKNOP -
MAANDELIJKS CONTROLEREN
Stel de concentratieregelknop in op 50%, en de
flowregelknop op 2 tot 3 l/min. De vlotters behoren op
ongeveer dezelfde hoogte staan. (Zo niet, raadpleeg
dan in het hoofdstuk Maandelijkse kalibratiecontrole
de
procedure
voor
nauwkeurigheid
van
concentratieregelknop naar nul. De N
moeten afnemen tot nul. Het is van essentieel belang
om deze controle aan het eind van elke procedure uit te
voeren als u 100% O
aan de patiënt toedient.
2
KRACHTIGE ZUURSTOFSPOELING
MAANDELIJKS CONTROLEREN
(O
TOEVOERDRUK OP 345 kPag [50 psig])
2
Koppel de geribbelde rubberen slang los van het T-stuk
voor de ballon (figuur 1, item 11). Met de kleppen van
beide regelknoppen DICHT drukt u op de knop voor
krachtige (O
-) spoeling terwijl u de flow uit de voorkant
2
van het T-stuk tegenhoudt. Bij een goede werking moet
de gasballon zich binnen ca. 5 seconden vullen. Test
ook de ballon en rubberen onderdelen op lekkage met
behulp van stap 1 t/m 6.
Sneltest voor controle van ballon / rubberen
onderdelen op lekkage
1. Met de flowmeter, het T-stuk en de rubberen
onderdelen van Porter geïnstalleerd, verwijdert u
het neusmasker en één van de twee kunststof
connectoren van de rubberen onderdelen van
Porter.
2. Met behulp van de andere kunststof connector
koppelt u de twee duplexslangen aan elkaar zodat
er een gesloten systeem ontstaat.
3. Terwijl u ervoor zorgt dat de ballon niet overmatig
gevuld raakt (ballon kon barsten), opent u de
zuurstofregelklep totdat de ballon zo sterk wordt
opgeblazen dat hij opbolt. Dan sluit u de klep.
4. Let vijf minuten op de ballon.
5. Deze moet gevuld blijven. In dat geval is de test
geslaagd en is er geen overmatige lekkage. Als de
ballon niet gevuld blijft, is er sprake van overmatige
lekkage in de ballon of de rubberen onderdelen.
Vervang lekke onderdelen en test opnieuw totdat
de resultaten geslaagd zijn.
gerepareerd
is.
Als
het
controleren
van
de
meter.)
Draai
O-flow zou
2
6. Koppel een van de duplexslangen los van de
kunststof connector en breng het neusmasker weer
aan.
deze
T-STUK VOOR BALLON
Het T-stuk voor de ballon heeft een non-rebreathingklep
en er zit een luchtinlaat voor noodgevallen op (gaat
opbouw van koolstofdioxide tegen). De luchtinlaat voor
noodgevallen heeft een klep die de patiënt in staat stelt
omgevingslucht
ademhalingsballon bevestigd aan het metalen gedeelte
van de flowmeter.
Installatie van T-stuk op flowmeter: Schroef de
gekartelde afdichting omlaag op de flowmeter tot hij
stevig zit. Zorg ervoor dat de rubberen sluitring binnen in
de
de afsluitmoer valt. Als hij stevig is vastgezet, mag het
de
T-stuk niet draaien.
NON-REBREATHINGKLEP
MAANDELIJKS CONTROLEREN
Zorg dat het apparaat UIT staat en koppel de geribbelde
rubberen slang los van de rubberen onderdelen. Blaas
in de geribbelde slang die aangesloten is op het T-stuk.
Het zou u niet mogen lukken om de ballon te vullen met
uitademingslucht. Als de ballon gevuld raakt, werkt de
non-rebreathingklep niet goed en moet hij worden
vervangen.
LUCHTKLEP VOOR NOODGEVALLEN
MAANDELIJKS CONTROLEREN
Zorg dat het apparaat UIT staat en koppel de geribbelde
rubberen slang los van de rubberen onderdelen. Zuig
lucht met uw mond naar binnen via de geribbelde slang
die aangesloten is op het T-stuk. U zou via de luchtklep
voor noodgevallen omgevingslucht moeten kunnen
inademen (misschien moet de gasballon eerst helemaal
ingeklapt zijn). Lucht die door de klep stroomt, klinkt
anders dan de normale gasflow.
MAANDELIJKSE KALIBRATIECONTROLE
De MXR flowmeter is zodanig ontworpen dat de
nauwkeurigheid en prestaties worden gehandhaafd
zonder dat er regelmatig onderhoud door de gebruiker
nodig is. De flowmeterbuizen en vlotters zijn zeer goed
bestand tegen veranderingen die na verloop van tijd
optreden in de nauwkeurigheid, zodat de rechtstreekse
aflezingen van de l/min op de schalen nauwkeurig
blijven.
De
nauwkeurigheid van het concentratiepercentage en van
het totale flowklepsysteem eenvoudig controleren.
De kalibratie van het concentratiepercentage kan
worden gecontroleerd door de concentratieregelknop op
50% in te stellen en de flowregelknop op 3 tot 4 l/min.
Controleer of de aflezingen op de buizen minder dan
5
in
te
ademen.
Er
gebruiker
kan
echter
wordt
een
de
relatieve