rRaak het oppervlak van de projectielens niet met blote handen aan.
Als het oppervlak van de projectielens vuil wordt door vingerafdrukken of iets anders, dan wordt deze vervuiling
op het scherm uitvergroot.
Monteer de bijgeleverde lenskap op de optionale projectielens wanneer de projector niet in gebruik is.
rElektronica DLP
f De elektronica van DLP zijn precisieonderdelen. Houd er rekening mee dat pixels of precisieweergaven kunnen
ontbreken of altijd verlicht zijn. Een dergelijk fenomeen is geen storing.
f Het richten van een laserstraal op het lensoppervlak kan schade aan de elektronische onderdelen van de DLP
veroorzaken.
rVerplaats de projector niet en stel de projector niet bloot aan trillingen en stoten
wanneer de projector gebruikt wordt.
Dit kan de gebruiksduur van de ingebouwde motor doen verkorten.
rLichtbron
De lichtbron van de projector maakt gebruik van lasers en heeft de volgende eigenschappen.
f Afhankelijk van de omgevingstemperatuur tijdens de werking van de projector neemt de luminantie van de
lichtbron af.
Hoe hoger de temperatuur wordt, des te meer de luminantie van de lichtbron afneemt.
f De luminantie van de lichtbron neemt tijdens de gebruiksduur af.
De tijdsduur waarop de luminantie van de lichtbron met de helft is afgenomen, hangt af van de instelling van het
[PROJECTOR SETUP]-menu → [OPERATION SETTING] → [OPERATING MODE].
De geschatte tijdsduur waarop de luminantie van de lichtbron met de helft is afgenomen, is als volgt:
(De tijdsduur is geschat wanneer het [PICTURE]-menu → [DYNAMIC CONTRAST] op [3] staat.)
g Wanneer [OPERATING MODE] op [NORMAL] staat: Ongeveer 20 000 uur
g Wanneer [OPERATING MODE] op [ECO] staat: Ongeveer 24 000 uur
g Wanneer [OPERATING MODE] op [LONG LIFE1] staat: Ongeveer 43 000 uur
g Wanneer [OPERATING MODE] op [LONG LIFE2] staat: Ongeveer 61 000 uur
g Wanneer [OPERATING MODE] op [LONG LIFE3] staat: Ongeveer 87 000 uur
De luminantie kan voor dezelfde werkduur behouden blijven door de instelling in het [PROJECTOR SETUP]-
menu → [OPERATION SETTING] → [CONSTANT MODE] op [AUTO] te zetten. Deze doorlooptijden
zijn een ruwe schatting wanneer de projector gebruikt wordt zonder de instellingen [OPERATING
MODE] en [CONSTANT MODE] te gebruiken, en variëren afhankelijk van individuele verschillen en
gebruiksomstandigheden.
Als de helderheid zichtbaar minder is en de lichtbron niet meer aan gaat, vraag dan uw dealer om de
binnenkant van de projector te reinigen en/of de lichtbron te vervangen.
rAansluitingen voor computer en externe apparatuur
f Wanneer u een computer of een extra apparaat wordt aangesloten, lees dan eerst zorgvuldig deze handleiding
met betrekking tot het gebruik van stroomkabels en beschermde kabels.
rAfbeeldingen in 3D weergeven
De projector kan het inkomende 3D-videosignaal op diverse manieren weergeven, zoals "frame packing", "side by
side", enz.
U moet externe apparaten voorbereiden voor het bekijken van 3D-afbeeldingen (zoals een 3D-bril, apparaten voor
het weergeven van videosignaal) die geschikt zijn voor uw 3D-systeem. Aansluitingen van de projector en externe
apparaten verschillen per 3D-systeem dat gebruikt wordt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de externe
apparaten die u gebruikt.
Raadpleeg "List of 3D compatible signals" (x Gebruiksaanwijzing – Functiehandleiding pagina 215) voor de type
3D-videosignalen die samen met de projector gebruikt kunnen worden.
Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik
NEDERLANDS - 19