LET OP: De blender werkt alleen als de fijnmaalunit en de blendercontainer op de juiste manier op de motorunit zijn geplaatst.
5.
Steek de stekker in het stopcontact.
6.
Druk op de aan/uit-knop om het apparaat in te schakelen. Het indicatorlampje gaat aan.
WAARSCHUWING: Laat het apparaat nooit meer dan 2 minuten per keer draaien. Laat de motor na elk gebruik 2 minuten
rusten. Als u dit niet doet, kan permanente schade aan de motor of zelfs letsel bij personen ontstaan. Als de motor niet
werkt, trekt u de stekker uit de motorunit en laat u het apparaat een paar uur rusten voordat u het opnieuw gebruikt.
LET OP: Als de messen niet gelijkmatig draaien, schakelt u het apparaat uit en voegt u vloeistof toe of verlaagt u de
hoeveelheid ingrediënten in de blendercontainer.
7.
Sluit na gebruik de motor af door op de aan/uit-knop te drukken. Trek het de stekker onmiddellijk na gebruik uit het stopcontact.
8.
Als de messen niet meer draaien, maakt u de fijnmaalunit en de blenderbeker los van de motorunit.
9.
Maak de fijnmaalunit los van de blenderbeker. Volg de bovenstaande instructies in omgekeerde volgorde om het apparaat
uit elkaar te nemen. Giet de inhoud in een aparte beker, gebruik het morsbestendige drinkdeksel of bevestigd een
schenktuit en handvat.
REINIGING EN ONDERHOUD
VOORZICHTIG: Zorg er altijd voor dat het apparaat uit het stopcontact is genomen voordat u het verplaatst, samenstelt, uit
elkaar neemt of schoonmaakt. Wacht tot het apparaat helemaal is afgekoeld voordat u het schoonmaakt.
LET OP:
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u de Nutri-blender schoonmaakt.
•
Wacht tot het apparaat helemaal is afgekoeld voordat u het schoonmaakt.
•
Maak de motorunit met een vochtige doek schoon.
•
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of wasbenzine, alcohol of aceton om het
•
apparaat schoon te maken.
1.
Altijd onmiddellijk na gebruik schoonmaken. Laag geen etensresten opdrogen in de blenderbeker. Dit maakt het schoonmaken
lastiger.
8