Download Print deze pagina

Casio 2453 Gebruiksaanwijzing pagina 2

Advertenties

TELEMEMO
Telememo maakt het mogelijk dat u tot en met
30 gegevenssets, elk bevattende naam en
telefoonnummer gegevens, op kunt slaan.
Gegevens worden automatisch gesorteerd op
naam. U kunt gegevens oproepen er door op het
display door te bladeren.
• Zie "Karakterlijst" voor gedetailleerde
informatie over hoe gegevens door het
horloge worden gesorteerd.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de
telememofunctie die u selecteert door op C te drukken.
Een nieuwe telememo gegevenset aanmaken
1. In de telememofunctie, gebruik B en D om door
de gegevensschermen te bladeren totdat het
nieuwe gegevens scherm verschijnt.
• Het nieuwe gegevens scherm is het lege scherm
(zonder naam en telefoonnummer).
• Als het nieuwe gegevens scherm niet verschijnt, betekent dit dat het
geheugen vol is. Om een nieuwe gegevensset op te slaan dient u eerst
een in het geheugen opgeslagen gegevensset te verwijderen.
2. Houd A ingedrukt totdat de knipperende cursor in het naamgedeelte van
het display verschijnt, wat inhoudt dat het instelscherm geselecteerd is.
3. Gebruik D en B om het karakter op de positie van de cursor in het
naamgebied te veranderen. Het karakter verandert op de volgende wijze.
4. Als het gewenste karakter zich op de positie van de cursor bevindt, druk
op C om de cursor naar rechts te verplaatsen.
5. Herhaal stap 3 en 4 totdat de naam compleet is.
• U kunt tot en met acht karakters voor de naam invoeren.
6. Nadat u de naam heeft ingevoerd, druk op C zoveel als nodig om de
cursor naar het nummergebied te verplaatsen.
• Als de cursor zich op de achtste positie van het naamgebied bevindt,
gaat deze naar het eerste cijfer van het nummer als u deze naar rechts
verplaatst. Als de cursor zich op het twaalfde cijfer van het nummer
bevindt, gaat deze naar het eerste karakter van het naamgebied als u
deze naar rechts verplaatst (door op C te drukken).
7. Gebruik D en B om het karakter (verbindingsstreepje, nummer of spatie)
op de positie van de cursor in het naamgebied te veranderen. Het
karakter verandert op de volgende wijze.
8. Als het gewenste karakter zich op de positie van de cursor bevindt, druk
op C om de cursor naar rechts te verplaatsen.
9. Herhaal stap 7 en 8 totdat de invoer van het nummer is afgerond.
• U kunt tot en met 12 cijfers voor het nummer invoeren.
• Het nummer bevat aanvankelijk allemaal verbindingsstreepjes. U kunt
de verbindingsstreepjes laten staan of deze vervangen door nummers
of spaties.
10.Druk op A om uw gegevens op te slaan en terug te keren naar het
telememo gegevensscherm (zonder de cursor).
• Bij de naam kunnen slechts drie karakters op een moment getoond
worden, bij een langere naam bladert deze daarom continu van rechts
naar links. Het laatste karakter wordt getoond door het symbool ?
daarna.
Telememo gegevens oproepen
In de telememofunctie, gebruik D (+) en B (-) om door de telememo-
gegevens op het display te bladeren.
Een telememo gegevensset veranderen
1. In de telememofunctie, blader door de gegevens en toon de gewenste
gegevens die u wilt wijzigen.
2. Houd A ingedrukt totdat de knipperende cursor op het display verschijnt.
3. Gebruik C om het knipperen naar het karakter dat u wilt wijzigen te
verplaatsen.
4. Gebruik B en D om het karakter te wijzigen.
• Voor gedetailleerde informatie over het invoeren van karakters, zie
"Een nieuwe telememo gegevensset aanmaken" (stap 3 voor
naaminvoer en 7 voor nummerinvoer).
5. Nadat u de gewenste wijzigingen heeft gemaakt, druk op A om deze op
te slaan en terug te keren naar het telememo gegevensscherm.
Een telememo gegevensset verwijderen
1. In de telememofunctie, blader door de gegevens en toon de gewenste
gegevensset die u wilt verwijderen.
2. Houd A ingedrukt totdat de knipperende cursor op het display verschijnt.
3. Druk tegelijkertijd op B en D om de gegevensset te verwijderen.
• De boodschap CLR verschijnt om aan te geven dat de gegevensset
verwijderd is. Nadat de gegevensset verwijderd is, verschijnt de cursor
op het display, klaar voor invoer van gegevens.
4. Voer gegevens in of druk op A om terug te keren naar het telememo
gegevensscherm.
ALARMEN
U kunt vijf onafhankelijke dagelijkse
alarmtijden instellen. Als een alarm is
ingeschakeld, klinkt het alarmsignaal als de tijd
bereikt is. Een van de alarmen is een wekalarm,
terwijl de andere vier normale (geen wek-)
alarmen zijn die 20 seconden klinken. U kunt
ook een uursignaal inschakelen waarna het
horloge elk heel uur twee keer een signaal geeft.
• Het wekalarm gaat elke vijf minuten af met een maximum van zeven
keer.
• Het alarmnummer op het display geeft het alarmtype aan, zoals hieronder
beschreven.
AL1 tot en met AL4: normaal alarmscherm
SNZ: wekalarm scherm
SIG: uursignaal
• Alarminstellingen (en uursignaal instellingen) zijn beschikbaar in de
alarmfunctie, die u kunt selecteren door op C te drukken.
Een alarmtijd instellen
1. In de alarmfunctie, druk op D om door de
alarmschermen te bladeren totdat het scherm
waarvan u de tijd wilt instellen getoond
wordt.
2. Nadat u een alarm geselecteerd heeft, houd A ingedrukt totdat de
uurcijfers van het alarm beginnen te knipperen, wat laat zien dat het
instelscherm geselecteerd is.
• Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op C om het knipperen van de uurcijfers naar de minutencijfers en
omgekeerd te veranderen.
4. Als een instelling knippert, druk op D (+) en B (-) om deze te
veranderen.
• Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van het 12-uur formaat,
let er dan op dat u de tijd correct als a.m. (A indicatie) of p.m. (P
indicatie) instelt.
5. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
Alarm bediening
Vanaf het moment dat de tijd van de tijdfunctie een uur voor de alarmtijd
bereikt, verandert het patroon op het display elke seconde. Deze pre-alarm
functie laat u zien dat een alarmtijd bijna bereikt wordt. Als de alarmtijd
bereikt is, klinkt een signaal gedurende 20 seconden. In het geval van een
wekalarm wordt het alarm maximaal zeven keer elke vijf minuten herhaald
totdat het alarm uitgeschakeld wordt.
• Door op een willekeurige knop te drukken, stopt de pre-alarm functie of
het alarmsignaal.
• De pre-alarm functie werkt uitsluitend in de tijdfunctie.
2453/2642-2

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

2642-1