5.11
Reinigen van de filter
Om steeds een optimaal reinigingsresultaat na te streven, moet de la-
mellenfilter gereinigd worden voor elke lediging van het stofreservoir.
De filter moet eveneens gereinigd worden als bijzonder stoffige opperv-
lakken geveegd worden of als tijdens het vegen stof ontwikkeld wordt.
Voor de reiniging van de lamellenfilter beschikt de machine over een
mechanisch bediende schudinrichting.
Schakel de machine (alle verbruikers) uit.
Let erop dat de machine beveiligd is tegen wegrollen.
Open de kap.
Aan de bovenkant van de uitwerpbekleding -3- bevinden zich twee
schuifkleppen -1- .
Schuif die schuifkleppen snel heen en weer.
Door die schuifkleppen wordt een schudmechanisme in gang gezet
waardoor het losse stof uit de filterlamellen loskomt. Het losgekomen
stof valt direct in het stofreservoir.
Bij hardnekkige verontreiniging moet de filter met een borstel gereinigd
worden of moet de filter gedemonteerd en zacht uitgeschud worden.
Matrix V B VB
Reiniging en onderhoud
16