DE HULPVERLENER / SLEUTELHOUDER
Om in een noodsituatie snel de juiste hulpverlening in gang te
zetten zal de meldcentrale in eerste instantie één van de
sleutelhouders telefonisch benaderen met het verzoek de
deelnemer hulp te gaan geven. Als er aanleiding toe is, wordt
ook de huisarts, ambulance of politie gewaarschuwd.
De sleutelhouder / hulpverlener moet bij binnenkomst
direct via het alarmtoestel een melding maken, zodat de
aankomst van de hulp bevestigd wordt en de hulpverlener
zonodig ondersteund en geassisteerd kan worden door een
medewerker van de meldcentrale.
Een melding wordt gemaakt door:
De grote RODE toets op het alarmapparaat in te drukken.
óf
De knop van de zender in te drukken.
U hoort eerst een pieptoon, daarna maakt het alarmapparaat
automatisch verbinding met de meldcentrale/mantelzorger en u
hoort (na 20 tot 60 seconden) een stem, die vraagt hoe men u
kan helpen.
U kunt dan spreken met de meldcentrale/mantelzorger.
Indien u extra hulp nodig heeft of niet weet hoe u het beste kunt
handelen, dan kunt u dat doorgeven aan de medewerker van
de meldcentrale of mantelzorger, die dan in overleg verdere
actie zal ondernemen.
STROOMUITVAL
Het gebeurt wel eens dat een stop doorslaat in de woning of
zelfs dat een hele wijk zonder stroom komt te zitten. Geen
nood: het toestel heeft een ingebouwde noodvoeding die er
gedurende 8 uur voor zorgt dat het alarmsysteem toch blijft
werken. Mocht de stroom uitvallen, dan zal de
1
knipperen
en het apparaat zal één pieptoon geven. De stem
zal zeggen "
STORING NETSPANNING"
daarna knipperen
1
.
GELE
en de GELE toets blijft
toets gaan