Afbeelding 1. Onderdelen van de vetafscheiderinstallatie
1. inlaatstomp
2. inlaatkamer
3. slibvangzone
4. sliblaag
5. vetopslagzone/drijflaag
6. uitlaatkamer
5.3 Werking
Een vetafscheider werkt zonder mechanische- of elektrische
componenten, volgens het gravitair afscheidingsprincipe.
Vaste deeltjes in het afvalwater (slib) die zwaarder zijn dan
water zullen bezinken en lichte deeltjes zoals vetten en oliën
zullen opdrijven.
Het vethoudend afvalwater wordt via de inlaat onder vrij
verval in de afscheider gevoerd. De inlaatkamer vertraagt
de waterstroom en zorgt voor een gelijkmatige doorstro-
ming van de put. In deze rustige stroming van inlaat naar
uitlaat zal het slib bezinken en in de slibvangzone onder in
de put een sliblaag vormen. De lichte oliën en vetten zullen
opdrijven en aan het wateroppervlak een drijflaag vormen
(van het water afscheiden). Het gezuiverde afvalwater ver-
laat tenslotte door een uitlaatkamer onder in de put via de
uitlaat de afscheider.
Na een vetafscheider dient altijd een controleput voorzien
te worden, waar de controlerende instanties monsters kun-
nen nemen van het gezuiverde afvalwater.
LET OP!
De maximale temperatuur van het op de vetafscheider te
lozen afvalwater bedraagt 60 °C.
Hogere watertemperaturen kunnen de afscheiderwerking
nadelig beïnvloeden.
Gebruik uitsluitend vetafscheider vriendelijke reinigings-
middelen, met een afbreektijd kleiner dan 15 minuten.
Hoge doseringen, of gebruik van emulsievormende reini-
gingsmiddelen kunnen de afscheiderwerking verstoren.
Alle AQUAFIX vetafscheiders zijn bij keuringsinstituut LGA
op goede werking beproefd en goedgekeurd conform de
eisen van NEN-EN 1825-1
970100101 Handleiding HDPE Vetafscheiderinstallatie aardinbouw Euromal-PR • ©2008 AQUAFIX MILIEU BV. • 08.11.2010 - X
7.
uitlaatstomp
8. controleput
9. opbouwschacht
10. putdeksel
11. beluchting
LET OP!
Regelmatig zal de vetafscheider leeggemaakt moeten
worden, om te voorkomen dat door overschrijding van de
maximaal toegestane slib- of drijflaagdikte de afschei-
der verzadigd raakt en het afscheidingsrendement zal
afnemen.
LET OP!
Om zeker te zijn van een goede afscheiderwerking,
dient per situatie een capaciteitsberekening gemaakt te
worden conform NEN-EN 1825-2, waarin de grootte van
de afscheider bepaald wordt. In deze berekening dient
gerekend te worden met alle voorkomende lozingstoe-
stellen, verzwaringsfactoren voor temperatuur, dichtheid
en reinigingsmiddelen. Als deze parameters nauwgezet
zijn verwerkt in de berekening, kan van de afscheider een
goede werking conform de lozingseisen worden ver-
wacht. Een latere uitbreiding van volumestroom, of toe-
passing van afscheidingsremmende processen of stoffen,
kan een ongunstige afscheiderwerking tot gevolg hebben.
Raadpleeg in dat geval altijd uw installateur.
TIP!
Neem een onderhoudscontract op uw vetafscheiderin-
stallatie bij een erkend onderhoudsbedrijf. Dit bedrijf
zal u adviseren en periodiek uw afscheider reinigen en
inspecteren.
Pag. 6