2 Opbouw en gebruik
2.1 Plaatsing
Ondergrond
Plaats de steiger altijd op een stabiele en vlakke ondergrond. Let daarbij op dat de
steiger niet kan wegzakken in de ondergrond. Daarnaast mag de algemene helling van
de ondergrond niet steiler zijn dan 1 graad.
Obstakels
Plaats de steiger zodanig dat geen gevaar voor de klimmer kan ontstaan bij op een
afstap. Let daarbij op obstakels op de grond en/of obstakels waardoor de klimmer extra moeite moet
doen om het bovenste platform te bereiken.
Plaatsing
Neem extra voorzorgsmaatregelen (bijvoorbeeld met afzetlint of pylonen) wanneer de steiger
voor een deuropening of in een passage moet worden opgesteld.
Maximale hoogte
De maximale hoogte is afhankelijk van het aantal modules (zie het overzicht in paragraaf 1.2).
Bouw de kamersteiger nooit hoger op dan de aangegeven maten.
Weersomstandigheden
Raadpleeg het weerbericht om de veiligheid in diverse weersomstandigheden te bepalen. Houd
rekening met de volgende factoren en gebruik uw gezond verstand.
Windkracht
Bij windkracht 6 of hoger mag een kamersteiger niet gebruikt worden.
Haal tevens de platformen en zeilen uit de steiger om te voorkomen dat deze kan omwaaien.
Neerslag
Verwijder sneeuw en ijs van de steiger alvorens te gaan werken. Strooi indien nodig zand op de
werkvloer tegen wegglijden.
Kou
Gebruik Alumexx Kamersteigers bij voorkeur niet bij omgevingstemperaturen onder het vriespunt.
2.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen
•
Draag altijd werkhandschoenen, veiligheidsschoenen en veiligheidshelm.
•
Gebruik bij het werken op hoogte een lifeline.
8