Bedieningshandleiding
Veiligheidsdeurgreepsysteem
Stap 4
• Deurdrukker op de montageplaat schroeven
Let op het volgende
• Klep opheffen om de deurdrukker vast te schroeven
y
Stap 5
• Montageplaat van de schakelaar gelijk met de deurstijl monteren
• Schakelaar op de montageplaat monteren
Let op het volgende
• Schroeven: M6
• Schroefdraad centraal ten opzichte van de sleufgaten van de monta-
geplaat
1
s
*100
2
K. A. Schmersal GmbH
Industrielle Sicherheitsschaltsysteme
Möddinghofe 30, D - 42279 Wuppertal
Postfach 24 02 63, D - 42232 Wuppertal
Telefoon +49 - (0)2 02 - 64 74 - 0
Telefax
+49 - (0)2 02 - 64 74 - 1 00
E-Mail:
info@schmersal.com
Internet: http://www.schmersal.com
6
Stap 6
• Bediensleutel aan de deur monteren en uitlijnen
Let op het volgende
• Bediensleutel volledig uitgetrokken
• Bediensleutel in de behuizing van de schakelaar invoeren
• Maximale afstand "a" tussen schakelaar en bediensleutel in acht
nemen, zie tabel "Maten"
• Schroeven: M6
• Schroefdraad centraal ten opzichte van de sleufgaten van de monta-
geplaat
a
a
Stap 7
• Deurdrukker op de vierkantstang steken
• Montageplaat aan de deur monteren
Let op het volgende
• Paniekgreep en deurdrukker in horizontale positie als de deurdrukker
op de vierkantstang gestoken wordt
• Schroeven: M6
• Schroefdraad centraal ten opzichte van de sleufgaten van de monta-
geplaat
4. Gebruik en onderhoud
4.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet op voorhand het volgende gegarandeerd zijn:
1. Juiste bevestiging van veiligheidsschakelaar/-vergrendeling en
bediensleutel.
2. Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen
3. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
4.2 Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
1. De juiste bevestiging en integriteit van de bediensleutel en de veilig-
heidsschakelaar/veiligheidsvergrendeling controleren.
2. Controle van de maat "a" en eventueel bijregeling; verticale of hori-
zontale hoekafwijkingen moeten vermeden worden.
3. Verwijdering van stof en vuil.
4. Controle van de kabelinvoer en -aansluitingen.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
NL
Ø21
STS30