Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
Bij de montage moeten de eisen van ISO 14119
gerespecteerd worden.
• Montage uitsluitend toegelaten in spanningsloze toestand
• De veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet als aanslag
gebruikt worden
• De montagepositie van de veiligheidssensor is willekeurig,
maar de bedieningsvlakken moeten tegenover elkaar staan.
• Schroef de beide moeren in de voorziene montageopeningen
om de veiligheidssensor te bevestigen
(max. aandraaimoment 300 Ncm).
• De veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet in sterke
magnetische velden geïnstalleerd worden
• Indien mogelijk, de veiligheidssensor niet op ferromagnetisch
materiaal aanbrengen. Bij installatie op ferromagnetisch materiaal
kunnen de grensafstanden wijzigen.
• De veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet aan sterke
vibraties en hevige schokken blootgesteld worden
• Houd de veiligheidssensor en de bediensleutel vrij van metalen spanen
• Montageafstand tussen twee sensoren min. 50 mm
De veiligheidssensor en de bediensleutel moeten via
geschikte maatregelen (gebruik van eenwegschroeven,
lijmen, uitboren van de schroefkoppen, borgen met pennen)
onlosmakelijk aan de beschermvoorziening bevestigd worden
en tegen verschuiven beveiligd worden.
3.2 Afmetingen
Alle maten in mm.
Veiligheidssensor BNS 303
6
36
44
Veiligheidssensor BNS 303 ST
48
1000
Bediensleutel BPS 300
met kunststofbehuizing
2
15
Bediensleutel BPS 303
voor levensmiddelenindustrie, met kunststofbehuizing
2
15
Bediensleutel BPS 303 SS
voor levensmiddelenindustrie, met metalen behuizing
2
15
Bediensleutel BPS 303 und BPS 303 SS
De bediensleutels zijn hoofdzakelijk voorzien voor gebruik in de
levensmiddelenindustrie en hebben bijgevolg geen opdruk.
De bediensleutels worden via de meegeleverde eenwegschroeven
bevestigd. De montageopening moet een diameter hebben van 4,5 mm.
Naast de montageopening moet een tweede opening voorzien worden.
Deze dient om de pen van de verdraaibeveiliging te bevestigen. De
positie van de pen wordt getoond op de afbeelding hieronder.
3.3 Axiale afwijking
Een horizontale en verticale afwijking tussen de veiligheidssensor en
de bediensleutel wordt getolereerd. De mogelijke afwijking is afhankelijk
van de afstand tussen de actieve vlakken van de sensor en de
bediensleutel. De sensor blijft actief in het tolerantiebereik.
De opgegeven schakelafstanden hebben betrekking op de
veiligheidssensoren en de bediensleutels als zij tegenover elkaar
gemonteerd zijn.
2
1
0 , 5
zekere schakelafstand:
zekere uitschakelafstand:
NL
BNS 303
30
M4
0
1
4
2
3 , 5
3
4
5
s
= 5mm
ao
8mm (Bestelindex -2211)
s
= 15mm
ar
18mm (Bestelindex -2211)
3