Afgevoerde hoeveelheid lucht en drukval
Voor een optimale werking van de FC 20 moet het ventilatieka-
naal zo worden vormgegeven dat de stroom vanuit de kast ca.
300 m³/u bedraagt. Bij aansluiting op een bestaand kanaalsys-
teem kan de kast met het oog op een optimale stroom worden
geijkt.
Om deze stroom te realiseren mag de drukval in het kanaal niet
groter zijn dan 210 Pa. Bij een luchtstroom van 300 m³/u en een
leidingdiameter van 160 mm komt deze drukval overeen met
een recht, glad ventilatiekanaal van 140 m.
Berekening van de drukval
De tegendruk in het ventilatiekanaal kan worden gemeten met
behulp van een drukmeter. Het meetpunt moet bij de afvoer-
aansluiting van de kast worden geplaatst.
Om de drukval te schatten zonder meetapparatuur kan onder-
staande tabel worden gebruikt. De volgende werkprocedure
wordt aanbevolen:
•
Stel de ingaande onderdelen van het ventilatiekanaal in de
luchtstroomrichting vast
•
Lees de deeldrukval voor elk onderdeel af in de tabel
•
Bereken de totale drukval door de deeldrukvallen op te tellen
De tabel toont de meest voorkomende onderdelen van een
ventilatiesysteem. De gegevens in de tabel moeten worden
gezien als de waarden bij benadering. Neem voor uitvoeriger
informatie contact op met de fabrikant van de onderdelen van
het betreffende systeem. Let op! De waarden gelden voor een
luchtstroom van 300 m³/u.
©PODAB 2017
Onderdeel
Rond kanaal
Ø
Ø
Leidingbocht 90º
Ø
Ø
r
Ø
r
Ø
r
Afname
Voorbeeld: Een 10 m lang kanaal van 160 mm met 3 leidingbochten resulteert in een
drukval van bij benadering (10 x 1,5) + (3 x 4) = 27 Pa.
De uitgaande stroom verminderen
De functie en de automatisering van de kast zijn geoptimali-
seerd voor de aanbevolen uitgaande stroom van 300 m³/u. Als
de ventilatie dusdanig is vormgegeven dat de afgevoerde hoe-
veelheid lucht hoger is dan 300 m³/u, kan de afvoer worden
gesmoord met behulp van een klep. De kast wordt zonder klep
geleverd, maar deze is inbegrepen in de vormgeving van de
ventilatie in de gevallen waarin dat nodig is. Neem contact op
met een erkend ventilatiebedrijf voor hulp.
20
Deeldrukval
ø, mm
Pa/m
125
4,5
160
1,5
ø, mm
r, mm
Pa/bocht
125
125
10
160
160
4
Overgang, mm
Pa/afname
125 tot 160
4
160 tot 125
17