4 INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
4
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
4.1
Vóór u gaat rijden
4.1.1
Dagelijks onderhoud vóór bediening
1.
Controleer de hoofdschakelaar van de accu.
2.
Controleer de bandenspanning, de staat van de banden en de wielmoeren.
3.
Controleer het motoroliepeil.
4.
Controleer het transmissieoliepeil.
5.
Controleer het koelvloeistofpeil.
6.
Controleer het hydraulische oliepeil.
7.
Controleer het koeloliepeil van de rem (indien van toepassing).
8.
Controleer de luchtfilterindicator (luchtfilter van de motor).
9.
Maak de grofafscheider van het luchtfilter van de motor schoon.
10. Controleer het ruitensproeiervloeistofpeil.
11. Controleer het brandstofpeil.
12. Controleer het AdBlue-peil (indien van toepassing).
13. Controleer de werking van het remsysteem.
14. Controleer de werking van het stuursysteem.
15. Controleer de werking van het hydraulische systeem.
16. Controleer de verlichting en de claxon.
X063532nl / A / 08 Dec 2015
OMFLTB.01 / /
©
Copyright
(2016) Konecranes Lifttrucks. Alle rechten voorbehouden.
BEDIENINGSHANDLEIDING
45/88