5.3 Weer in elkaar zetten
1. Zodra de kabels zijn geïnstalleerd, zorg je ervoor dat de
aardlekschakelaars en de MCB zijn ingeschakeld.
2. Zorg ervoor dat geen van de interne kabels die hieronder zijn
aangegeven tijdens de installatie zijn losgekoppeld en dat de
connectors volledig in hun aansluitingen zitten.
3. Sluit het voorpaneel en zorg ervoor dat er geen kabels in de weg
zitten. Zet het voorpaneel vast.
4. Schakel de stroom in met de hoofdschakelaar.
5. Er wordt een opstartprocedure met zelftests uitgevoerd.
6. Controleer of de ringlampjes rond de contactdozen groen
branden.
Nederlands
28