IV. DE ROLSTOEL GEBRUIKEN EN
J. De achterwielen
WAARSCHUWING: Voordat u de rolstoel bedient, zorg ervoor dat de drukknop volledig
naar buiten is en dat de vergrendelkogelknoppen aan de binnenzijde volledig zijn
ingeschakeld. Als dat niet het geval is, kan het wiel eraf vallen en kan de gebruiker vallen
of de rolstoel omkantelen met ernstig letsel of overlijden tot gevolg.
De achterwielen gebruiken
1. De wielen installeren
a. Duw de snelontgrendelingsknop in (Afb. 6:B) op de as (Afb. 6:C) zodat de vergrendelkogel-
knoppen kunnen worden ingetrokken. Let op het verschil tussen de uitgestrekte en
ingedrukte positie van de asontgrendelknop en het effect ervan op de vergrendelkogelk-
noppen op het andere uiteinde van de as.
b. Breng de as in de lagerbehuizing op het wiel als het op afstand is.
c. Duw opnieuw op de snelontgrendelknop en schuif de as in de ashuls (Afb. 6:A).
d. Geef de knop vrij om de as in de huls te vergrendelen. Als ontgrendelknop niet volledig uit-
strekt en de vergrendelkogelknoppen niet naar de vergrendelde positie gaan, moet de
lengte van de as worden aangepast.
e. Als de wielen niet passen, probeer ze te installeren aan de tegenoverliggende zijde.
2. De wielen verwijderen
a. Houd de wielen dicht bij de naaf vast en duw de knop in op het buiteneinde van de as.
b. Terwijl u de knop ingedrukt houdt, trek het wiel en de as uit de huls van de as.
INSTELLEN
A
C
23
Afb. 6
B