5 Comfort- en beveiligingsfuncties
5.1
Comfortfuncties
Voor het gebruikerscomfort bevat de kamertemperatuurrege-
laar functies voor het regelen van de comforttemperatuur.
5.1.1 Change Over verwarmen/koelen
De Change Over-functie schakelt de volledige installatie aan de
hand van een extern signaal om tussen verwarmen en koelen.
5.1.2 Beperkte modus
De ingeschakelde modus laat uitsluitend het wijzigen toe van
de streeftemperatuur.
Modus activeren
Activering als volgt:
In het menu Service Parameter 032 activeren (waarde: 1).
De bedrijfsmodus voor de herstart wordt overgenomen
voor de beperkte bediening.
Toestel spanningsvrij schakelen.
Spanning opnieuw activeren.
De beperkte modus is geactiveerd.
Modus desactiveren
Toestel spanningsvrij schakelen.
Draaiknop ingedrukt houden en spanning opnieuw activeren,
tot de softwareversie op het display verschijnt en opnieuw
verdwijnt.
In het menu Service de Paramter 032 desactiveren (waarde: 0).
Het toestel bevindt zich permanent in de Standard-bedrijfs-
modus.
Comfort- en beveiligingsfuncties
19