Veiligheidsvoorschriften
Alle elektrische, mechanische en draaiende apparatuur betekent een potentieel gevaar voor iedereen die niet
vertrouwd is met het ontwerp, de bouwwijze en de werking. Neem daarom gepaste veiligheidsmaatregelen (met
inbegrip van beveiligde omheiningen) om lichamelijk letsel, verwonding e.d. te voorkomen en om beschadiging van
de apparatuur, aangesloten systemen en omgeving te vermijden.
Neem in geval van twijfel over veiligheid en gepaste hijs-, installatie-, bedienings- of onderhoudsprocedures
contact op met de fabrikant of diens vertegenwoordiger voor advies.
Denk eraan dat bij het werken aan apparatuur die in bedrijf is sommige onderdelen een hoge temperatuur kunnen
hebben. Werken op verhogingen moeten extra voorzichtig worden uitgevoerd om ongelukken te voorkomen.
BEVOEGD PERSONEEL
Deze apparatuur mag uitsluitend worden bediend, onderhouden en hersteld door daartoe bevoegd en opgeleid
personeel. Dit personeel moet perfect vertrouwd zijn met de apparatuur, de bijbehorende systemen en
bedieningselementen alsook met de procedures die in deze en andere relevante handleidingen aan bod komen.
Het is van belang voorzichtig te blijven en de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, procedures en
gereedschappen te gebruiken bij het hanteren, opheffen, installeren, bedienen, onderhouden en herstellen van
deze apparatuur om elk gevaar voor persoonlijk letsel en/of beschadiging van eigendom te vermijden. Personeel
moet waar nodig persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken (handschoenen, oordoppen, enz.).
MECHANISCHE VEILIGHEID
De mechanische veiligheid van de apparatuur voldoet aan de vereisten van de Europese richtlijn voor machines.
Afhankelijk van de plaatselijke vereisten kan het ook nodig zijn om bijvoorbeeld roosters, ladders,
veiligheidskooien, trappen, toegangsplatforms, leuningen en stootweringen aan te brengen voor de veiligheid en
het comfort van de bevoegde onderhouds- en servicetechniekers.
Dit toestel mag nooit worden bediend zonder dat alle ventilatorroosters gemonteerd zijn.
Aangezien het toestel aan variable snelheden werkt, moeten stappen genomen worden voor zo dicht mogelijk aan
of bij de "kritische snelheid" van de installatie te werken.
Raadpleeg voor meer informatie uw lokale BAC Balticare-vertegenwoordiger.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Alle elektrische componenten die met dit toestel verbonden zijn, moeten worden geïnstalleerd met een
vergrendelbare veiligheidsschakelaar die zich in het zicht van het toestel bevindt.
In het geval van meerdere componenten kunnen deze worden geïnstalleerd na een enkele veiligheidsschakelaar,
maar meerdere schakelaars of combinaties daarvan zijn ook toegestaan.
Er mogen geen onderhoudswerkzaamheden aan of in de buurt van elektrische componenten worden uitgevoerd,
tenzij er adequate veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Dit omvat onder meer de volgende maatregelen:
•
De component elektrisch isoleren
•
De veiligheidsschakelaar vergrendelen om een onbedoelde herstart te voorkomen
•
Meten of er geen elektrische spanning meer aanwezig is
•
Als delen van de installatie onder spanning blijven, moet u deze goed afbakenen om verwarring te voorkomen
Op ventilatorklemmen en -verbindingen is mogelijk nog restspanning aanwezig nadat het toestel is uitgeschakeld.
Wacht 5 (vijf) minuten na het uitschakelen van de stroom aan alle polen vooraleer de ventilatorschakelkast te
openen.
LOKALE VOORSCHRIFTEN
Het kan zijn dat lokale voorschriften van toepassing zijn op de installatie en bediening van koelsystemen,
bijvoorbeeld het opstellen van risicoanalyses. Volg altijd de plaatselijke wet- en regelgeving stipt op.
6
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . E U