Hulp bij storingen
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok! Alvorens aan
stroomvoerende onderdelen te werken de elektri-
sche bedrading spanningsvrij maken!
Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd
vakpersoneel worden verholpen.
▷ Storingen alleen door middel van de hier be-
schreven maatregelen opheffen.
▷ Reageert de BCU niet, hoewel alle storingen
verholpen zijn: apparaat demonteren en in de
fabriek laten nakijken.
? Storingen
! Oorzaak
• Remedie
? Het 7-segmentsdisplay brandt niet?
! Geen netspanning aangelegd.
• Bedrading controleren, netspanning (zie type-
plaatje) aanleggen.
0 1
? Het display knippert en toont
! De BCU herkent een verkeerd vlamsignaal zon-
der dat de brander ontstoken is (vreemd licht).
• UV-sonde precies op de te bewaken brander
uitlijnen.
! De UV-diode in de UV-sonde is defect (levens-
duur overschreden) en zendt continu een vlam-
signaal uit.
• UV-diode vervangen, zie daartoe de bedienings-
handleiding van de UV-sonde.
! Vlamsignaal door geleidende keramische isolatie.
• Waarde voor parameter 01 verhogen om de
uitschakeldrempel van de vlamversterker voor
brander 1 aan te passen.
0 2
? Opstarten – er ontstaat geen ontstekings-
vonk – het display knippert en toont
?
A 2
! Ontstekingskabel is te lang.
• Tot 1 m (max. 5 m) inkorten.
! Afstand van de ontstekingselektrode t.o.v. de
branderkop is te groot.
• Een afstand van max. 2 mm instellen.
! Ontstekingskabel heeft geen contact in de elek-
trodenstekker.
• De kabel stevig vastschroeven.
! Ontstekingskabel heeft geen contact op de ont-
stekingstransformator.
A 1
01
of
A 1
?
A 2
02
of
NL-16
• Aansluiting controleren.
! Ontstekingskabel tegen massa kortgesloten.
• Installatie controleren, ontstekingselektrode rei-
nigen.
• Kan men de fout door deze maatregel niet ver-
helpen, dan het apparaat demonteren en in de
fabriek laten nakijken.
? Opstarten zonder vlam – er komt geen gas –
het display knippert en toont
! Een gasklep gaat niet open.
• Gasdruk controleren.
• Spanningstoevoer naar de gasklep controleren.
! Er is nog lucht in de leiding, bijv. na montagewerk
of wanneer de installatie langdurig niet heeft ge-
werkt.
• Leiding "ontluchten" – BCU ontgrendelen.
• Kan men de fout door deze maatregel niet ver-
helpen, dan het apparaat demonteren en in de
fabriek laten nakijken.
0 2
0 3
A 2
A 3
? Opstarten – de vlam brandt – desondanks
knippert het display en toont
aansteekbrander/brander (brander 1) of
of
7
bij de hoofdbrander (brander 2)?
! Vlamstoring tijdens het opstarten.
• Vlamsignaal aflezen.
▷ Wanneer het vlamsignaal beneden de uitscha-
keldrempel voor het vlamsignaal van brander 1
(parameter 01) of brander 2 (parameter 02) ligt,
kunnen de volgende oorzaken aanwezig zijn:
! De ingestelde waarde voor de uitschakelgevoelig-
heid is te groot.
! Kortsluiting op de ionisatiepen door roet, veront-
reiniging of vocht op de isolator.
! Ionisatiepen zit niet juist in de vlam.
! Stekker op ionisatiepen niet goed aangesloten.
! Gas-lucht-verhouding klopt niet.
! Vlam heeft geen contact met de massa van de
brander, door te hoge gas- of luchtdruk.
! Brander of BCU zijn niet (voldoende) geaard.
! Kortsluiting of onderbreking aan de vlamsignaal-
kabel.
! Verontreinigde UV-sonde.
! Fout in de bedrading van de UV-sonde.
• Fout verhelpen.
02
of
A 2
?
0 6
0 7
A 6
A 7
2
of
3
bij de
6