3. Opplakken
Verwijder de beschermfolie en houd de sensor op de gemarkeerde plek
net voor de meter. Controleer of je dan de correcte plek weer te pakken
hebt. Plak vervolgens de sensor op de juiste plek. Let op: na het plakken
van de sensor blijft het controlelampje knipperen met het (niet langer
zichtbare) LED-lampje op je elektriciteitsmeter. Als het controlelampje
niet meer knippert, zit de sensor niet op de juiste plaats. Herhaal in dit
geval stap 1 en 2.
4. Aansluiting voltooid
Als het rode lampje van de sensor blijft knipperen, is de sensor correct
geplaatst.
14