Technische gegevens
Parameter
Model
Meetbereik relatieve
luchtvochtigheid
Meetbereik temperatuur
Meetbereik vochtverzadiging
Meetbereik dauwpunt
Nauwkeurigheid
Bedrijfs- en
opslagomstandigheden
Afmetingen
Gewicht
Behuizingsmateriaal
Transport en opslag
Let op
Het apparaat kan beschadigd raken als het niet correct
wordt opgeslagen of getransporteerd.
De informatie m.b.t. het transport en de opslag van het
apparaat opvolgen.
Transport
Het apparaat is door de fabrikant zo goed mogelijk verpakt om
het tegen transportschade te beschermen.
Opslag
Houd bij het niet gebruiken van het apparaat rekening met de
volgende opslagcondities:
• Droog en tegen vocht en hitte beschermd
• Op een plaats die beschermd is tegen stof en direct
zonlicht
• De opslagtemperatuur moet voldoen aan de technische
gegevens
4
Waarde
BZ22M
20 tot 100 % r. v.
-10 tot +40 °C
3 tot 50 g/m³
-4 tot +24 °C
Luchtvochtigheid: ±3 % RV
(20...100 %),
+1 schaalverdeling
Temperatuur: ±2 °C
-20 tot +50 °C bij 0 tot
100 % r. v.
Ø 130 mm / hoogte 28 mm
185 g
RVS
Bediening
Houd u bij het plaatsen van het apparaat aan de volgende
aanwijzingen:
• niet blootstellen aan direct zonlicht
• niet direct boven een verwarming plaatsen
• bij voorkeur aan een binnenwand plaatsen, koelere
buitenwanden vermijden
Tips en aanwijzingen m.b.t. luchtvochtigheid in
woonruimtes
Algemeen:
In medische studies van de afgelopen jaren is bevestigd dat een
verhoogde relatieve luchtvochtigheid in woningen van meer dan
50 à 60% astmatische en allergische aandoeningen stimuleert.
Daarentegen is een lage relatieve luchtvochtigheid van 30 à
40 % geen bezwaar. In een strenge winter heerst er in
woningen met een goede luchtwisseling af en toe zelfs een
relatieve luchtvochtigheid van minder dan 30%, zonder dat dit
schadelijk is voor de gezondheid.
De mate van luchtvochtigheid in woonruimtes tijdens de
stookperiode van oktober tot april bepaalt u als bewoner
grotendeels zelf. Zo'n tien liter waterdamp heeft een
huishouden met 3 à 4 personen gemiddeld per dag af aan de
ruimtelucht, o.a. door douchen, wassen, koken en uitademen.
Omdat venstervoegen vandaag de dag zeer goed afgesloten zijn
om energiekosten te besparen en geluid te reduceren, moet
deze luchtvochtigheid meerdere malen per dag naar buiten
worden afgevoerd.
Het soort verwarming en ventilatie bepaalt de relatieve
luchtvochtigheid die 's winters gemiddeld heerst in een woning.
Omdat koude lucht altijd een lager absoluut vochtgehalte heeft
dan normale ruimtelucht, kan de luchtvochtigheid in de winter
kinderlijk eenvoudig worden gereduceerd door ventileren
(dagelijks herhaaldelijk kort luchten), waarbij droge buitenlucht
wordt binnengelaten. Elke woning (zonder ventilatiesysteem)
heeft, afhankelijk van het aantal bewoners en de vochtafgifte,
meerdere malen per dag een luchtwisseling nodig.
thermohygrometer BZ22M
NL