Toetsen
De toetsen op het keypad kunnen worden gebruikt voor een reeks func-
ties. Iedere toets is hieronder verklaard.
Numerieke toetsen
Numerieke toetsen worden gebruikt om de codes in te voeren die nodig
kunnen zijn voor het inschakelen, uitschakelen en het activeren van nood
en of paniekalarmen, naast verschillende andere speciale functies.
Sneltoetsen (A, B, C en D)
Standaard worden de sneltoetsen gebruikt om groepen zones in te scha-
kelen, zoals gedefinieerd is door uw installateur en beschreven op pagina
23. De toetsen kunnen ook worden gebruikt om een vooraf opgenomen
reeks commando's te activeren, zoal s beschreven op pagina 54.
Overige toetsen
De functies van de andere toetsen op het keypad variëren overeenkom-
stig de gebruikte modus. De volgende tabel vermeldt de functies van de
toetsen in de Normale Bedrijfsmodus en binnen het
Toets
16
Normale functie
Activeert het Gebruikerme-
nu.
Schakelt het systeem, een
partitie of een groep ge-
heel in.
Schakelt het systeem, een
partitie of een groep ge-
deeltelijk in.
Schakelt het systeem uit
nadat de gebruikercode
ingevoerd is.
ProSys Gebruikershandleiding Versie 1.0
Gebruikermenu
Gebruikermenu
Verlaat het actuele menu
en keert terug naar de
Normale Bedrijfsmodus.
Verandert data.
Verandert data.
Sluit de commando's af en
bevestigt data die dienen
te worden opgeslagen.
: