9BHoofdstuk 10: Opnemen
Redundante opnames configureren
HDD-redundantie laat uw NVR redundant een kopie van de beelden opnemen op
verschillende schijven als bescherming tegen verlies van al uw bestanden in het
geval van schijffouten. Dit proces staat ook bekend als spiegelen. Er moet meer
dan één HDD zijn aangesloten op uw NVR om HDD-redundantie te kunnen
instellen.
Redundantie reduceert de opslagcapaciteit van de HDD's significant. Als gevolg
hiervan dient u de capaciteit voor opname van beeld over een bepaalde tijd te
verdubbelen.
Opmerking: U moet de opslagmodus van de HDD instellen op Group (Groep)
voordat u de redundatie configureert. Zie "HDD-groepen instellen" op pagina 116
voor meer informatie.
HDD-redundantie instellen:
1. Klik op het pictogram System Setting (Systeeminstelling) in de menuwerkbalk
en selecteer
Harde schijf.
2. Klik op de tab
HDD-informatie
redundantie, en klik vervolgens op
3. Selecteer
Redundantie
Controleer of tenminste één andere HDD is ingesteld op R/W (lezen/schrijven).
4. Klik op
Toepassen
terug te keren naar het vorige scherm.
5. Klik in de menuwerkbalk op
6. Selecteer de camera die u wilt gebruiken voor redundantie.
7. Schakel
Redundante opn./vastl.
8. Klik op
Toepassen
9. Herhaal de stappen 7 tot en met 9 voor andere camera's waarvan u de
bestanden met redundantie wilt opnemen.
10. Klik op
Terug
om terug te keren naar de live-weergavemodus.
Opmerking: Als de HDD is ingesteld op redundantie, wordt een extra kopie
van de opname bewaard. Indien een HDD is ingesteld op redundantie, moet
minimaal één andere HDD ingesteld worden op de R/W-status.
92
en selecteer de HDD die u wilt gebruiken voor
Bew.
in het scherm Local Lokale HDD-instell..
om de instellingen op te slaan en vervolgens op
Videoplanning
in.
om de instellingen op te slaan.
> Coderen.
TruVision NVR 21 Gebruikershandleiding
OK
om