1.5.3
EyeCheck-functie
De EyeCheck-functie bevat drie patronen:
• Snellenkaart Selecteer een van de drie beschikbare oogkaarten om de
gezichtsscherpte te meten.
L0.1
L0.2
•
• Amslter-raster: Voor de controle moeten alle lijnen recht zijn terwijl u
richt op het centrale punt.
• Astigmatisme: Controleren dat elke lijn dezelfde breedte heeft.
1-8
L0.7
L0.8
L0.9
L1.0
L1.2
Gebruik de knop
11
12
9
8
9
L0.3
L0.4
L0.5
L0.6
of
om de selectie te schakelen.
12
1
2
4
5
6
Hoofdstuk 1: Kennismaking met het product
3