plaatsen.
3. Controleer of de netspanning bij u
thuis overeenkomt met de netspanning
aangegeven op het plaatje op het
apparaat.
OPMERKING: schakel het apparaat uit
wanneer u het reservoir met water vult.
BEDIENING
Steek de stekker in het stopcontact
en bedien het apparaat via het
bedieningspaneel.
1. Uitknop: schakelt het apparaat uit.
2. Snelheidsknop: wisselt tussen laag,
gemiddeld, hoog.
3. Zwenkknop: druk op deze knop om de
zwenkfunctie in te schakelen. U kunt
de ventilator ook in hoogte verstellen
zodat u de luchtstroom omhoog of
omlaag kunt instellen.
4. Bevochtigings-/koelingsknop: druk
op deze knop om deze functie in
te schakelen, en, indien u de ijsbox
toevoegt, wordt de temperatuur
binnen enkele minuten verlaagd. Druk
nogmaals op deze knop om de functie
uit te schakelen.
WAARSCHUWING: gebruik de
bevochtigingsfunctie NIET wanneer het
waterreservoir leeg is of het waterpeil
onder de markering »MIN« ligt. Indien het
waterpeil onder de markering »MIN« ligt,
en indien er zich geen water in de buis
bevindt, kan dit de pomp beschadigen.
GEBRUIK VAN DE IJSBOX
IJs heeft een verkoelende eigenschap.
Het kan warmte uit water opnemen en
de watertemperatuur in het reservoir
verlagen tot onder de kamertemperatuur,
zodat de lucht veel koeler wordt.
Gebruiksinstructies:
a. Vul de ijsbox met water.
b. Er zijn twee ijsboxen die om en om
gebruikt kunnen worden. De twee
ijsboxen kunnen water snel verkoelen.
Vul de ijsbox met water en plaats de
ijsbox enkele uren vóór gebruik in
de vriezer om het water te bevriezen.
Plaats de ijsbox in het waterreservoir
voordat u het reservoir met water vult.
WAARSCHUWING: ijs zijn NIET TER
CONSUMPTIE.
REINIGEN EN ONDERHOUD
1. Haal de stekker altijd uit het stopcontact
voordat u het apparaat reinigt of
onderhoud pleegt.
2. Het waterreservoir moet na elk
gebruik geleegd worden. Verwijder
het waterreservoir voorzichtig uit het
apparaat en vang het water op in een
bak of pan onder het reservoir. Nadat
het reservoir leeg is, veegt u overtollig
water weg met een zachte doek.
3. Om de verdampingspad en het filter
te reinigen, trekt u deze omhoog uit
de achterkant van het apparaat. Was
deze vervolgens in warm water met een
mild schoonmaakmiddel en een zachte
borstel. Beschadig de pad en het filter
niet.
4. Voordat u de verdampingspad en
het filter terugplaatst, controleert u
de afvoer op resten of voorwerpen.
Verwijder deze indien nodig.
5. Maak het apparaat schoon met een
zachte, vochtige doek en maak het
apparaat goed droog.
6. Gebruik geen brandbare vloeistoffen,
schuurmiddelen, polijstmiddelen of
schuursponzen om de bevochtiger
te reinigen, omdat dit schade kan
veroorzaken.
Zorg ervoor dat het apparaat en alle
onderdelen regelmatig gereinigd worden
om verkalking en de groei van bacteriën
tegen te gaan. De verdampingspad moet
plat geïnstalleerd worden om lekkage te
voorkomen.
- 9 -