Inhoudsopgave
Advertenties
OPGEPAST
• Plaats de sensor alleen op uw buik of onderaan uw zij,
ongeveer tussen uw ribben en riemlijn. Vraag uw zorg-
verlener naar de beste sensorinbrengplaats voor u. Blo-
eden, zwelling, blauwe plekken of infectie op de senso-
rinbrengplaats zijn mogelijke risico's van sensorgebruik.
Als een van deze aandoeningen zich voordoet, vraag dan
behandelingsadvies aan uw arts.
• U moet elke keer dat u een nieuwe sensor inbrengt een
nieuwe inbrengplaats kiezen. Het gebruik van dezelfde
plaats kan irritatie veroorzaken op de inbrengplaats.
/ 4.3
Reinig de sensorinbrengplaats
Reinig de gekozen inbrengplaats voordat u de sensor
aanbrengt. Zorgvuldige reiniging van de inbrengplaats
desinfecteert de huid en helpt de plakpleister van de
sensor strak aan uw huid te kleven.
OPGEPAST
• Zorg dat niets de inbrengplaats aanraakt na het reini-
gen en voordat u de sensor inbrengt.
• De inbrengplaats moet droog zijn voordat een
SKIN-PREP
-doekje wordt aangebracht en MOET volle-
TM
dig droog zijn voordat de sensor wordt ingebracht.
• Als de inbrengplaats niet wordt gereinigd of als een
onjuiste reinigingstechniek wordt gebruikt, kan dit lei-
den tot een infectie.
1.
Haal het SKIN-PREP™ -doekje uit de verzegelde verpakking.
Gebruik een alcoholdoekje als u geen SKIN-PREP™ -doekje hebt.
2.
Plaats het doekje op de
inbrengplaats en veeg in een
cirkelvormig patroon naar buiten,
weg van die plek.
Ga door met reinigen totdat u een
gebied van ongeveer 15-20 cm
(6-8 inch) hebt gereinigd zonder
terug te keren naar de gebieden
die u al hebt gereinigd.
3.
Laat het gereinigde gebied twee minuten volledig drogen.
OPGEPAST
Zorg dat kleding het gereinigde gebied niet raakt.
/ 4.4
Selecteer een zender
Identificeer de zender die u wilt gebruiken. Zorg ervoor
dat de zender volledig is opgeladen door deze in de lader
te plaatsen en te controleren of het lampje op de lader
groen brandt. Zie SECTIE 8.4 voor details over het opla-
den van de zender.
OPGEPAST
• Als de zender niet volledig is opgeladen, geeft de app
een bericht weer aan het begin van de sessie, zodat u
weet dat de zender mogelijk niet de volledige 14-daa-
gse sessie meegaat. U kunt tijdens een sessie niet van
zender wisselen. Als de batterij van de zender leeg raa-
kt, moet u een nieuwe sensor inbrengen om een nieuwe
sessie te starten.
• Controleer de zender op zichtbare gebreken, zoals
scheuren. Gebruik de zender niet als u defecten ziet.
Nederlands
13
Advertenties
Inhoudsopgave
