a. Verwijder de borgmoeren van de kabel-
wartels en monteer de kabelwartels op
de voedingskabel en (optioneel) op de
CT-spiraalkabel en de ethernetkabel met
de bijbehorende afdichtingsmoeren aan
de buitenkant van de wandlader.
b. Breng de voedingskabels vanuit de ach-
terkant van de wandlader door de kabe-
lopening van de hoofdmodule.
39
c. Zorg ervoor dat de volgende kabellengten
beschikbaar zijn na de wartels en draai
vervolgens elke wartel vast.
› Voedingskabel: > 180 mm.
› CT-spiraalkabel (optioneel): > 80 mm.
› Ethernetkabel (optioneel): > 400 mm.
Voedingskabel: > 180 mm.
CT-spoeldraad*: > 80 mm.
Ethernetkabel*: > 400 mm.
* Optioneel
d. Zet de wartels vast door de borgmoeren
aan te draaien.
M25: 8 Nm
M12: 1,5 Nm