Inhoudsopgave
Advertenties
2. CORRECT GEBRUIK VAN ROOKMELDERS
Het patroon van een rookmelder is 3 lange piepsignalen, die om de 1,5 seconde herhaald worden.
U dient altijd en voordat u de rookmelder installeert:
• Een vluchtplan met verschillende uitgangen te hebben.
• Alle bewoners in het vluchtplan te trainen en dit regelmatig te oefenen.
• Ervoor te zorgen dat alle bewoners het alarmsignaal van de melder kennen.
Als de melder een alarmsignaal geeft, eerst controleren of er brand is en zo ja:
• ALTIJD kleine kinderen waarschuwen.
• ALTIJD de woning volgens het vluchtplan verlaten.
• ALTIJD kruipen als de rook dik is en een vochtige doek gebruiken om door te ademen.
• ALTIJD de brandweer bellen vanuit het huis van een van uw buren.
• ALTIJD controleren dat iedereen wakker is en hulpbehoevenden helpen.
• NOOIT stoppen om u aan te kleden of waardevolle spullen te pakken.
• NOOIT deuren openen die warm aanvoelen of waar rook doorheen komt.
LET OP – Situaties waarin een rookmelder mogelijk niet effectief is:
• Als in bed wordt gerookt.
• Als kinderen zonder toezicht worden achtergelaten.
• Als wordt gereinigd met ontvlambare vloeistoffen waarbij ontplofbare dampen vrijkomen.
3
Advertenties
Inhoudsopgave
