2. Steek voorafgaand aan het in de grond brengen van de wortelboor, de pen in het onderste gat (ongeveer 5 cm
boven de tandwielkast). Verwijder ook de slinger.
Het vergrendelen van het uitdrukmechanisme en verwijderen van de slinger houdt de tand-
!
wiel/tandheugel-combinatie spelingvrij tijdens het slaan op de wortelboor, waardoor bescha-
diging wordt voorkomen.
3. Zet de boor verticaal op het maaiveld (zie figuur) of in het voorgeboorde boorgat (paragraaf 3.2).
4. Breng de wortelboor in de grond.
Zonder slagkracht. In lichtere gronden kan de
tweedelige wortelboor met handkracht in de grond
gedraaid worden. Draai de boor rechtsom en met
enige druk maximaal 15 cm in de grond. De boorkroon
snijdt de grond inclusief wortels uit de bodem.
Draai een boor altijd rechtsom (met de klok
mee)!
Met slagkracht. Bij hardere gronden wordt de
tweedelige wortelboor met de terugslagvrije hamer in
de grond geslagen. Houd de boor met één hand aan
het handvat vast (zie figuur). Gebruik de terugslagvrije
hamer om de boor maximaal 15 cm in de grond te
slaan.
Gebruik, indien slagkracht nodig is, altijd de
!
terugslagvrije slaghamer. Dit is veiliger en
voorkomt beschadiging van de wortelboor.
Gebruik nooit een niet-terugslagvrije (metalen)
hamer. Hierdoor beschadigt de boor en kunnen
verwondingen opgelopen worden door het
terugspringen van de hamer.
5. Draai de boor af om het monster los te maken van de grond.
Het afdraaien van de volle boor voorkomt monsterverlies. Draai af door de boor een volledige
ronde te draaien zonder hem verder omlaag te drukken.
6. Haal de volle wortelboor licht draaiend omhoog. Doe dit met rechte rug en gebogen
knieën om rugklachten te voorkomen. Zet de boor vervolgens omgekeerd op de grond
(bijvoorbeeld met de slagkop in het boorgat) om met het uitdrukmechanisme het monster
te lossen.
7. Verwijder de pen en bevestig deze in het dummy-gat. Steek de slinger in de tandwiel-
kast en draai het monster uit de boorcilinder omhoog (zie figuur). Het monster kan
vervolgens bestudeerd worden (bijvoorbeeld door het monster te breken en op beide
vlakken de wortels te tellen).
8. Maak de spullen tijdens en na de boringen schoon door verontreinigingen af te spoe-
len. Gebruik de gebogen spatel om verontreiniging tussen de drukplaat en de bovenzijde
van de boorcilinder te verwijderen. Ontkoppel de boren om de schroefdraden schoon te
maken.
In de grond brengen van de
wortelboor zonder
slagkracht (links) en met
slagkracht (rechts)
5