4.3 Het instellen van de werkingsmodus
Gebruik toets ¨MODE¨ om de juiste werkingsmodus te selecteren: automatisch, verwarmen of
koelen. De bijbehorende indicator aan de rechterzijde op het bedieningspaneel zal de gekozen
modus verlichten.
4.4 Het instellen van de gewenste watertemperatuur
1. Kies eerst de gewenste werkingsmodus: automatisch, verwarmen of koelen
2.
Kies nu met de pijltjestoetsen de gewenste watertemperatuur. Het LCD scherm zal de
gekozen waarde weergeven.
4.5 Wijzigen van parameterinstellingen
1. Druk in standby-modus op een pijltjestoets om de parameterlijst te activeren.
2. Druk hierna 1 x op ¨MODE¨, de parameter en de waarde gaan nu gelijktijdig knipperen.
3. Blader met de pijltjestoetsen naar de gewenste parameter en druk nogmaals op
¨MODE¨.
4.
Stel met de pijltjes toetsen de gewenste waarde in. De waarde zal nu 5 seconden
knipperen en dan automatisch worden opgeslagen. Het display zal daarna automatisch
terugvallen op standby-modus.
16