Inhoudsopgave
Advertenties
3. Schuif de parallelaanslag (14) met de markering naar
boven in de inschuifopening.
4. De parallelaanslag (14) in de gewenste positie brengen.
5. De fixeerschroeven (23) vastdraaien.
6. Plaats de accu (13) weer (zie accu plaatsen).
Pendelslag instellen
De pendelbeweging van het zaagblad kan worden ingesteld. De
standen 1 tot en met 3 maken een snellere voortgang van de
werkzaamheden mogelijk en de stand 0 (pendelbeweging uit)
maakt fijne en zuivere zaagranden mogelijk.
De optimale pendelstand voor de betreffende toepassing kan
worden bepaald door een praktijktest. Hierbij gelden de
volgende aanwijzingen:
• Voor een fijnere en zuivere zaagrand, de pendelslag evt.
kleiner maken, resp. volledig uitschakelen.
• De pendelslag bij dunnere materialen uitschakelen.
• Werk bij harde materialen met een kleine pendelslag.
• Bij zachte materialen en bij het zagen van hout in
vezelrichting, kan met de maximale pendelslag worden
gewerkt.
1. De keuzeschakelaar pendelslag (5) naar de gewenste
stand schakelen. Hoe hoger de stand, des te groter de
pendelslag. De pendelslag kan ook tijdens gebruik worden
omgeschakeld.
5
NL
0
I
II
III
accu-pendeldecoupeerzaag PJSS 11-20V
Bediening
Tips en instructies voor de omgang met de decoupeerzaag
Algemeen:
• Houd de ventilatiesleuven vrij, zodat de motor niet
oververhit raakt.
• Controleer voor elk gebruik of het gereedschap goed
vastzit in de gereedschapopname. Het gereedschap moet
stevig vergrendeld vastzitten in de hiervoor bedoelde
houders in de gereedschapopname.
• Controleer voor elk gebruik of u het juiste gereedschap
heeft gekozen voor het bedoelde gebruik.
Zagen:
• Gebruik uitsluitend onbeschadigde, probleemloze
zaagbladen. Verbogen, stompe of op een andere wijze
beschadigde zaagbladen kunnen breken.
• Houd bij het bewerken van lichte bouwmaterialen rekening
met de wettelijke bepalingen en aanbevelingen van de
materiaalfabrikant.
• Controleer voor het zagen met HCS-zaagbladen in hout,
spaanplaat, bouwmaterialen, etc. het materiaal op
vreemde objecten zoals spijkers, schroeven, etc. Verwijder
de vreemde objecten eventueel of gebruik HSS-
zaagbladen.
• Gebruik voor het zagen van krappe bochten een smal
zaagblad.
• Het zaagblad mag niet langer zijn dan nodig is voor de
gewenste zaagsnede.
Apparaat in- en uitschakelen
Draag bij werkzaamheden met het apparaat uw persoonlijke
beschermingsuitrusting.
1. Controleer of het ingespannen zaagblad en de pendelslag
en de zaaghoek geschikt zijn voor de geplande
werkzaamheden.
2. Controleer of het werkstuk is vastgezet, resp. het werkvlak
goed is voorbereid.
3. Plaats de voetplaat met glijschoen (6) op het werkstuk.
4. De inschakelblokkering (1) indrukken, om de aan- / uit-
schakelaar te kunnen bedienen.
17
Advertenties
Inhoudsopgave
