15.1 Instellen verwarmen en koelen
Hieronder staan oplossingen voor eenvoudige problemen
met de warmtepomp. Door de instructies te volgen kunt
u deze situaties eenvoudig zelf oplossen. Komt u er na
het raadplegen van de instructies zelf niet uit, of blijft het
probleem ontstaan, neem dan contact op met uw instal-
lateur of serviceorganisatie.
Het is te koud in de woonkamer
Mogelijke oorzaak
In de kamerthermostaat is de temperatuur te laag
ingesteld.
De werkelijke kamertemperatuur wordt niet gemeten
doordat de thermostaat wordt beïnvloed door:
- een warmtebron, bijvoorbeeld de open haard
- zoninstraling.
Het venster van de thermostaat geeft niets weer:
- De stekker van de warmtepompunit is eruit.
- De warmtepompunit krijgt geen stroom door een
uitgeslagen zekering.
Er wordt warm water gemaakt, er kan tegelijkertijd
geen verwarming plaats vinden.
Er is teveel warmteverlies uit uw woning door open
ramen of deuren.
Er is geen goede doorstroming van het water in het
vloerverwarmingssysteem:
- De druk in het systeem is te laag.
- De druk in het systeem is te hoog.
- Er is teveel lucht in het systeem aanwezig.
Er is een storing, weergegeven met "storing" in het
hoofdscherm.
Oplossing
Stel de temperatuur hoger in, zie hiervoor
hoofdstuk 4:
Temperatuur instellen.
Zorg dat er geen warmte- of koudebron in de buurt van
de kamerthermostaat is, of dat temperatuurmeting van
de kamerthermostaat niet wordt beïnvloed.
Zorg dat de warmtepomp weer stroom heeft:
- Steek de stekker in het contact.
Wacht tot de warmtepomp klaar is met maken van warm
water.
Hierna gaat de warmtepomp de woning verwarmen.
Sluit openstaande ramen of deuren.
- Controleer de druk van het vloerverwarmingssysteem,
deze moet tussen de 1,5 en 2 bar liggen. Als de druk te
laag is, vul het systeem.
- Controleer de druk van het vloerverwarmingssysteem,
deze moet tussen de 1,5 en 2 bar liggen. Als de druk te
hoog is, laat water uit het systeem.
- Ontlucht het vloerverwarmingssysteem.
Reset de storing, volg hiervoor de aanwijzingen verderop
in dit hoofdstuk.
|
33