• Indien een zonebord geïnstalleerd is en de overeenkomstige zone is opgenomen
op het zonebord, knippert de LED van het zone-alarm of brandt deze continu
(afhankelijk van de bron van het alarm).
• Indien een evacuatievertraging werd geactiveerd brandt de LED voor de
evacuatievertraging continu.
• De LED evacuatiesirene start/stop knippert terwijl de vertraging telt. De LED
brandt continu als de evacuatiesirenes actief zijn (klinken).
• Indien een waarschuwingsvertraging werd geactiveerd brandt de LED voor de
waarschuwingsvertraging continu.
• De LED waarschuwingssirene start/stop knippert terwijl de vertraging telt. De LED
brandt continu,als de waarschuwingssirenes actief zijn.
• De alarminformatie voor de eerste en laatste zones die een alarm rapporteren
wordt weergegeven op de LCD.
• De zoemer is constant te horen.
Een alarm dat geactiveerd werd via een handbrandmelder krijgt steeds voorrang ten
opzichte van een alarm dat geactiveerd werd via een detector. In het geval van een
alarm dat geactiveerd werd door beide apparaten, brandt de Alarm LED continu.
Fout
De foutstatus wordt als volgt aangegeven:
• Algemene fouten worden aangeduid door een continue algemene Fout LED. De
overeenkomstige apparaat- of functiefout LED knippert ook.
• Fouten met de netvoeding en batterijvoeding worden aangeduid met een
knipperende algemene fout-LED en een knipperende voedingsfout-LED. Op het
LCD wordt extra informatie over de fout weergegeven.
• Aardingsfouten worden aangeduid met een knipperende algemene fout-LED en
een knipperende aardingsfout-LED.
• Systeemfouten worden aangeduid met een knipperende algemene fout-LED en
een continue systeemfout-LED.
• Fouten met lage batterijspanning worden aangeduid met een knipperende
algemene fout-LED en een continue LED voor lage batterijspanning.
• Op het LCD wordt extra informatie over de fout weergegeven.
• De zoemer klinkt onderbroken (lange toon).
WAARSCHUWING:
Neem contact op met uw onderhoudscontractant om de oorzaak
van alle fouten te onderzoeken.
Uitschakeling
Uitschakelingen worden als volgt aangegeven:
• De LED Uitgeschakeld (algemeen) brandt continu en de overeenkomstige functie
of LED apparaat uitschakelen (indien er een is) knippert
• Indien een zonebord geïnstalleerd is, brandt de overeenkomstige LED buiten
dienst/test continu (indien de overeenkomstige zone is opgenomen in het
zonebord)
8
2X-F-reeks bedieningshandleiding voor België