8
Display
Dit geeft de klanknaam, de Program-namen, de waarden van verschillende
instellingen, enz. weer.
[MENU]-knop
Opent het MENU-scherm. Op het MENU-scherm kunt u algemene instellingen
voor de volledige RD-2000 uitvoeren.
[SHIFT]-knop
U kunt gemakkelijk bewerkingsschermen oproepen voor gerelateerde
parameters door deze knop ingedrukt te houden terwijl u knoppen indrukt,
aan regelaars draait of andere controllers bedient. Raadpleeg "Lijst van
sneltoetsen" (p. 28) voor meer informatie.
Als u een parameterwaarde bewerkt terwijl u deze knop ingedrukt houdt, zal
de waarde in grotere sprongen veranderen.
[EXIT]-knop
Deze knop wordt gebruikt om terug te keren naar een vorig scherm of om een
procedure te annuleren.
[ENTER]-knop
Deze knop wordt gebruikt om een waarde te bevestigen of een bewerking uit
te voeren.
Cursorknoppen/waardewiel
9
Waardewiel
Deze worden gebruikt om waarden te wijzigen.
[DEC]-knop, [INC]-knop
Deze worden gebruikt om waarden te wijzigen.
Als u één knop ingedrukt houdt terwijl u de andere indrukt, wordt de waarde
sneller veranderd.
Deze knoppen wijzigen de waarde die wordt geregeld met het waardewiel.
Cursorknoppen [K] [J] [H] [I]
Druk op deze knoppen om te veranderen van pagina en om de cursor te
verplaatsen.
10
[ONE TOUCH PIANO]-knop
Roept een pianogeluid op voor zone 1. Andere zones dan zone 1 en zone 5
(EXT) worden uitgeschakeld.
U kunt ook een favoriet geluid (STARTUP) opgeven.
OPMERKING
Denk eraan dat de vorige instellingen verloren gaan, wanneer u deze
knop indrukt om een pianogeluid op te roepen.
[PROGRAM]-knop
Selecteert een programma.
BANK [UP] [DOWN]-knoppen
Verander het programma of de scene bank.
[EXP]-knop
Selecteert banken van uitbreidingsgeluiden (p. 15).
[SCENE UTILITY]-knop
Opent het SCENE UTILITY MENU-scherm.
[EDIT]-knop
Hiermee kunt u programma-instellingen bewerken.
[TONE DESIGNER]-knop
Opent het TONE DESIGNER-scherm.
[KEY TOUCH]-knop
Regelt de Key Touch.
[KEY RANGE]-knop
Geeft het toonbereik op.
TONE-knoppen
11
Selecteren klanken in elke categorie.
12
[WRITE]-knop
Slaat de huidige instellingen in een programma op.
Als u deze knop indrukt op bepaalde schermen (zoals het System-scherm),
worden systeemparameters (p. 26) opgeslagen.
[STOP/RESET]-knop
Stopt het afspelen van de song of het ritme.
[RHYTHM/SONG]-knop
Opent een scherm waarop u songs of ritmes kunt selecteren.
[PLAY]-knop
Start het afspelen van de song of het ritme.
[SPLIT]-knop
Schakelt de splitfunctie in/uit.
Met deze knop kunt u het klavier in een linker- en een rechterzone verdelen en
in elke zone een ander geluid spelen.
Door deze knop en de [TRANSPOSE]-knop tegelijk in te drukken, kunt u
demosongs beluisteren.
[TRANSPOSE]-knop
Met deze knop kunt u uw uitvoering transponeren.
Hendel voor toonverbuiging en modulatie
13
Met deze hendel kunt u de toonverbuiging regelen of vibrato toepassen.
OPMERKING
Het effect van de hendel te verplaatsen, zal verschillen naargelang van
de klank. Het effect van deze hendel staat vast voor elke klank en kan
niet worden veranderd.
Gebruikershandleiding
9