Meetfuncties
Afstandmeting
Afstandmeten wordt steeds bij het inschakelen vooraf ingesteld. Het
symbool afstandmeten verschijnt op de display. Viseer het einde van de
meetafstand en druk nogmaals op knop „A". De meetwaarde verschijnt
onderaan de display „12".
Vlakmeting
Druk éénmaal op knop „C" om vlakmeten te kiezen. Viseer het doel en druk
éénmaal op knop „A" om de meting te verrichten. De meetwaarde verschijnt
bovenaan display „10", terwijl de tweede afstand van het vlak op de display
knippert. Viseer het volgende doel met de laser en druk op knop „A" om de
meting te verrichten. De meetwaarde wordt op de display „11" weergegeven,
terwijl tegelijkertijd het resulterende vlak wordt berekend en onder „12"
weergegeven.
Volumemeting
knop „A" om de eerste meting te verrichten. De meetwaarde verschijnt
bovenaan display „10", terwijl de tweede afstand van het volume op de display
knippert. Viseer het volgende doel met de laser en druk op knop „A" om de
meting te verrichten. Ga op dezelfde manier door voor de derde afstand. De
meetwaarde wordt op de display „11" weergegeven, terwijl tegelijkertijd het
resulterende volume wordt berekend en onder „12" weergegeven.
Indirecte afstandsmeting
Met behulp van deze functie kunt u niet direct toegankelijke afstanden
(bv. hoogten van buitenmuren) meten, door twee of drie meetbare afstanden
via trigonometrische functies met elkaar te verbinden.
Meten over twee afstanden
Druk één keer op knop "D" om indirect afstandmeten te kiezen. Op de display
verschijnt het symbool voor indirect afstandmeten en de eerste Afstand knippert.
Viseer het doel een druk éénmaal op „A" om de eerste meting te verrichten.
De meetwaarde verschijnt bovenaan display „10", terwijl de tweede afstand
op de display knippert. Viseer het volgende doel met de laser en druk op
knop „A" om de meting te verrichten. De meetwaarde wordt op de display
weergegeven, terwijl tegelijkertijd de resulterende afstand wordt berekend en
onder „12" weergegeven.
Meten over drie afstanden
Druk dan tweemaal op knop "D" om indirect afstandmeten over drie afstanden
te kiezen. Op de display verschijnt het symbool voor indirect afstandmeten en de
eerste afstand knippert. Viseer het doel en druk éénmaal op knop „A" om de
eerste meting te verrichten. De meetwaarde verschijnt bovenaan display „10",
terwijl de tweede afstand op de display knippert. Viseer het volgende doel met
de laser en druk op knop „A" om de meting te verrichten. De meetwaarde
wordt op de display weergegeven. Ga op dezelfde manier door voor de derde
afstand. De meetwaarde wordt op de display weergegeven, terwijl tegelijkertijd
de resulterende afstand wordt berekend en onder „12" weergegeven".
ProfiScale LASER METER 50 PS 7550
Voortdurend meten
De langdurige meetfunctie is voor het overdragen van maten, bv. uit
bouwtekeningen. U kunt ook minimum en maximum waarden vastleggen.
Daarbij wordt het meetapparaat relatief naar het doel toe bewogen, terwijl
de meetwaarde elke 0,5 sec wordt geactualiseerd. De miniemste afstand
wordt daarbij op display "10" en de maximale afstand op display "11"
weergeven. De actueel gemeten waarde staat altijd op display "12". Druk
voor ca. 3 sec op knop 5 totdat u een weergave verkrijgt en beweeg het
meetapparaat. De afstanden worden op de display weergegeven. Druk op
knop „A" om de functie te beëindigen. De functie schakelt zichzelf na 100
metingen automatisch uit.
Rekenbewerkingen
Optellen
Voor het optellen van twee of meer afstanden. Druk op het optel-
symbool „K" nadat u de eerste afstand hebt gemeten. De meetwaarde
verschijnt bovenaan display „10" en tegelijkertijd knippert het "+"
symbool op de display. Druk opnieuw op knop „A" en het algehele
resultaat wordt op de onderste rij weergegeven. Op deze manier kunt
u meerdere waarden optellen.
Aftrekken
Druk op het aftreksymbool „10" nadat u de eerste afstand hebt gemeten".
De meetwaarde verschijnt bovenaan display „10" en tegelijkertijd knippert
het "–" symbool op de display. Druk opnieuw op knop „A" en het algehele
resultaat wordt op de onderste rij weergegeven. Op deze manier kunt u
meerdere waarden van elkaar aftrekken.
Opslagfunctie
De opslagfunctie bevat de laatste 10 meetwaarden. Druk daarvoor op
knop „G". De meetwaarden kunt met de optel- of aftrekknop (knop „J"
of „K") doorheen bladeren en ze op de display weergegeven. Individuele
meetwaarden kunnen met de wisknop „H" uit de lijst worden gewist.
Verlichting- of eenhedenkeuzeknop
Door de verlichtings- of eenhedenkeuzeknop kort in te drukken kan de
verlichting van de display aan of uit worden gezet. Bij langer op de knop
drukken wordt de eenheid van de meetwaarden gewijzigd (m, ft, in, ft+in)
gewijzigd.
Storingen en herstelmaatregelen
Het apparaat helpt u bij meetproblemen door het weergeven van
verschillende codes op de display.
Code
Oorzaak van de fout
Herstelmaatregel
204
Berekeningsfout
Voortgang herhalen
208
Het ontvangen signaal
Meten met een doeltabel
is te zwak, de meettijd
te lang meetafstand >
50 m.
209
Het ontvangen signaal
Meten met een doeltabel
is sterk.
252
Temperatuur is
Meetapparaat laten afkoelen
te hoog
253
Temperatuur is
Meetapparaat verwarmen
te laag
255
Apparaatstoring
Schakel het apparaat meerdere malen
in en uit. Als de foutmelding blijft
verschijnen, neem dan contact op met
uw dealer.
Verwijdering van het apparaat
Dear customer,
Help ons om afval te vermijden. Als u op een bepaald moment van plan
bent om dit apparaat weg te gooien, denk er dan aan dat veel onderdelen
van dit apparaat uit waardevolle materialen bestaan, die opnieuw kunnen
worden gebruikt. Gooi het apparaat nooit in de vuilnisbak, maar vraag om
informatie bij de bevoegde instantie in uw gemeente over verzamelplaatsen
voor elektronisch afval.
De vuilnisbak betekent:
Lege batterijen of accu's mogen niet met het huishoudafval
worden weggegooid. Lever de batterijen / accu's in de winkel in
of op een recyclagepark van de gemeente af. Het inleveren is
gratis en wettelijk voorgeschreven.
Onder voorbehoud van fouten en wijzigingen.
Nederlands | 4
4