Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE-HANDLEIDING
Schaar
Hef de opnameplateaus een stuk
omhoog mbv. Een heftruck of kraan en
leg een veiligheidsblok in de hefbrug
volgens
onderstaande
figuur.
veiligheidsblok is om het terugzakken
tijdens werkzaamheden aan de brug te
voorkomen (Fig.9).
6. AANSLUITEN OP HET
ELEKTRISCH NET
WAARSCHUWING
De volgende handelingen mogen
alleen door bevoegde personen
worden uitgevoerd.
Controleer eerst de volgende punten
voordat
op
het
elektrische
aangesloten wordt:
n Het elektrische systeem in de
werkplaats moet gezekerd zijn
volgens de geldende normen.
n De
stroomdraden
moeten
volgende maten hebben: Bij 400 V
minimaal 2,5 mm
Zekering max.
2
16A. Bij 230V 3-Ph minimaal 4 mm
n De voedingskabel moet voorzien
zijn van een aardedraad en geschikt
zijn voor een vaste aansluiting.
1.
Voer
de
snoeren
benaderingsschakelaars naar de
bedieningskast. Sluit de snoeren
aan volgens de nummers op de
snoeren
en
het
aansluitblok
(Fig.10).
ASLP-3005
Dit
2.
Sluit de voedingskabel in de
bedieningskast aan volgens Fig.11
+ Fig.18.
Fig.9
Controle + ontluchten:
3.
Controleer de draairichting van de
motor aan de hand van de sticker
op de motor.
4.
Laat de brug stijgen tot zijn
maximale hoogte.
6.
Verstel nu de aanslagnok van de
eindschakelaar (Fig.14) zodat de
eindschakelaar
net
ingeschakeld wordt.
7.
Draai de koperen moeren (1) en
(2) een kwartslag los.
de
2.
8.
Laat de brug verder stijgen en laat
de hefbrug ongeveer 30 seconden
doorpompen om te ontluchten.
van
de
9.
Draai de 2 moeren weer dicht.
10. Laat de brug nu geheel dalen en
controleer
schakelaars (fig.16) als volgt. Als
de brug geheel beneden is, de
veiligheidsschakelaar
houden, nu moeten op beide
Industrieterrein Ijsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
Tel:+31 348 477000 Fax:+31 348 475104 E-mail: info@autec.nl
Fig.10
Fig.11
niet
meer
beide
synchroon
ingedrukt
AUTEC Hefbruggen bv
UITGAVE 04-02-2004
synchroonschakelaars de LED's
oplichten (branden).
11. Eventueel
de
ontluchtings
procedure nog een keer herhalen.
12. Controleer het oliepeil als de brug
in zijn onderste stand staat
13. Plaats
de
aanslag
eindschakelaar
weer
orginele plek.
OPSTELLING EN VASTZETTEN VAN
DE HEFBRUG (Fig.13)
Controleer nogmaals of de brug op de
juiste positie op de vloer is geplaatst.
Boor met behulp van een betonboor
gaten van 12 mm en 125 mm diep in de
vloer.
Tik de keilbouten van het type
TIKM12x100 met een hamer in de vloer.
Draai de keilbouten vast met een
momentsleutel tot 45 Nm.
EINDCONTROLE
Onbelaste liftcontrole:
Laat de brug twee of drie keer onbelast
omhoog en omlaag lopen en controleer:
•
Of de lift zijn maximale hoogte
haalt.
•
Of de stijgeindschakelaar juist
werkt.
•
Of de daaleindschakelaar juist
werkt.
•
Of de synchronisatieschakelaars
juist werken (de platformen moeten
tegelijkertijd stijgen en dalen).
•
Of het daalsignaal juist werkt.
Belaste liftcontrole:
Controleer
bovenstaande
nogmaals maar nu met een voertuig op
de lift.
nl/TD-ASLP-3005-04
van
de
op
de
Fig.13
punten
Advertenties
Inhoudsopgave
