3 Sluit het Garmin Dash Cam netsnoer aan op de meegeleverde voedingsadapter voor het voertuig.
4 Sluit de voedingsadapter voor het voertuig aan op de stroomaansluiting in uw voertuig.
5 Start zo nodig het voertuig om de stroomvoorziening in uw voertuig van stroom te voorzien.
De camera wordt ingeschakeld en het opnemen wordt gestart.
De cameraplaatsing instellen
U kunt het toestel aan de linker- of rechterkant of in het midden van uw voorruit plaatsen. Voor een optimale
werking of hulpfuncties voor bestuurders, dient u de optie Plaatsing van de camera in te stellen om de plaats
van uw toestel in het voertuig aan te geven.
1 Selecteer
> Instellingen > Hulp voor de bestuurder > Plaatsing van de camera.
2 Selecteer Horizontale plaatsing en selecteer de horizontale plaatsing van de camera.
3 Selecteer Voertuighoogte.
4 Selecteer een optie:
• Als u in een groot voertuig rijdt, zoals een busje of een vrachtwagen, selecteert u Groot.
• Als u in een auto rijdt, selecteert u Normaal.
Het toestel handmatig inschakelen
OPMERKING: Als het toestel is aangesloten op een voertuigvoeding die met de contactsleutel wordt
ingeschakeld, wordt het toestel automatisch ingeschakeld als u het voertuig start.
Selecteer
.
Het toestel wordt ingeschakeld.
Het toestel handmatig uitschakelen
OPMERKING: Als het toestel is aangesloten op een voertuigvoeding die met de contactsleutel wordt
uitgeschakeld, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld als u de motor uitschakelt.
Houd de
drie seconden ingedrukt.
Als het toestel is verbonden met een Wi‑Fi
video's geüpload naar de Vault voordat het toestel wordt uitgeschakeld.
Als uw toestel is aangesloten op een externe voedingsbron, wordt de functie Parkeerbewaking na vijf seconden
ingeschakeld. Indien nodig kunt u de instructies op het scherm volgen om het toestel uit te schakelen voordat
het de functie Parkeerbewaking inschakelt.
Aan de slag
®
netwerk of een actief LTE-abonnement, worden beschikbare
5