Remmen
Afhankelijk van het gekozen remsysteem geven we een aantal instructies bij
de verschillende rem mogelijkheden.
• Terugtraprem: door te stoppen met voorwaarts trappen en vervolgens
terug te trappen wordt de terugtraprem geactiveerd. Deze werkt via de
tussenas op beide achterwielen.
• Handgreepremmen: afremmen gebeurt door beide remhendels aan het
stuur in te knijpen. De linker handrem bedient de rem in het voorwiel. De
rechter handrem bedient de remmen van beide achterwielen. In de
bochten kan je het beste met de linker handrem remmen. Oefen het
remmen eerst op een groot afgesloten terrein voordat je zoon of
dochter de weg opgaat. Je raakt dan bekend met het systeem.
Fietsen met trapondersteuning
Indien de AT fiets is voorzien van trapondersteuning, dan wordt de
elektromotor aangestuurd zodra je gaat trappen. Het trappen wordt vervolgens
lichter. Stop je met trappen, dan stopt de trapondersteuning ook.
• De ondersteuning kan je instellen op 5 verschillende niveau's met behulp
van de pijltjes toetsen op het stuur.
• Je schakelt de trapondersteuning in door 'Mode' 3 seconden in te drukken.
• De trapondersteuning schakel je uit door de 'Mode' 3 seconden vast te
houden.
Een uitgebreide uitleg van de trapondersteuning tref je in de meegeleverde
handleiding van Heinzmann.
12
Gebruik altijd de parkeerrem bij het op- of afstappen. Dit voorkomt het
wegrollen van de fiets. Hiermee wordt het risico op vallen verkleint.