ULTRA van Maguire - ULTRA-energiezuinige droger
Werkingstheorie / Prestaties
Theorie van het vacuümdrogen
Het vacuümdrogen vereist twee achtereenvolgende stappen: verwarmen en vacuüm. De effecten
van beide stappen worden hieronder toegelicht:
Verwarmen: Door de korrels te verwarmen, gebeuren er twee dingen:
1. De moleculaire verbinding tussen de watermoleculen en de polymeermoleculen wordt verbroken.
2. Het activeert de watermoleculen waardoor deze uiteindelijk naar de oppervlakte van de korrel
migreren, waar ze kunnen ontsnappen naar de omliggende vacuümomgeving.
Vacuüm: Door de korrels onder een vacuüm te brengen (d.w.z. de absolute druk van de
omliggende omgeving te verlagen) gebeuren er drie dingen:
1. Het verlaagt het kookpunt van water, waardoor vocht aan de oppervlakte verdampt.
2. Het veroorzaakt een dampdrukverschil waardoor water dat in de korrels is gevangen naar de
oppervlakte wordt gedreven via capillairen.
3. Het creëert een extreem droge omgeving door middel van rarefactie. De relatief hoge
concentratie watermoleculen in de korrel migreert dan van nature naar het gebied met de laagste
concentratie om een evenwicht te bereiken.
Prestaties meten
De werkelijke maat voor de prestaties van een droger wordt bepaald door het vochtgehalte van de hars
nadat de droger het proces heeft voltooid. Het vochtgehalte van hars valt echter niet eenvoudig te meten,
dus daarom gebruiken fabrikanten andere criteria om de prestaties te meten.
Conventionele 'dehydraterende' drogers maken gebruik van het dauwpunt als maat voor de prestaties. Dit is
een maat voor de droogheid van de lucht die over de hars passeert, maar niet voor de droogheid van de
hars zelf.
Voor een bepaalde hars bijvoorbeeld leert de ervaring ons dat lucht van 82 °C (180 °F) die tot een
dauwpunttemperatuur van -40 °C (-40 °F) is gedroogd en die vier uur lang over het materiaal passeert,
voldoende is om het vochtgehalte van de hars te verlagen tot het vereiste niveau van droogheid op basis
van branche-ervaring.
Aangezien de ULTRA-droger geen lucht gebruikt, zijn dauwpuntwaarden niet van belang. In plaats daarvan,
worden de insteltemperatuur, warmteverblijftijd, vacuümverblijftijd en het vacuümniveau gebruikt als
droogfactoren. Testen hebben bijvoorbeeld uitgewezen dat door ABS te verwarmen tot een temperatuur van
82 °C (180 °F) en het bloot te stellen aan een vacuümniveau van 80 mmHg (absoluut) gewoonlijk resulteert
in een aanvaardbaar uiteindelijk vochtgehalte.
Het is belangrijk op te merken dat bij vacuümdrogen, net als bij andere vormen van drogen, vele variabelen
een rol spelen. Omgevingscondities, het aanvankelijke vochtgehalte, de striktheid van het gewenste
uiteindelijke vochtgehalte, de materiaalkwaliteit en materiaaltoestand zijn allemaal medebepalend.
Een zekere mate van experimenteren en/of overleg met Maguire kunnen daarom nodig zijn om de gewenste
resultaten te behalen.
Pagina | 37
Maguire Products, Inc.
Herz. 8 juli 2021