NovoTouch
Gebruiksaanwijzing NovoTouch
Problemen oplossen
Als het scherm niet normaal werkt
Defect afstandsbediening
De machine wordt automatisch
uitgeschakeld
Problemen pc-modus
Signaal buiten bereik
Achtergrond heeft verticale
lijnen of strepen
Er ontbreekt kleur in het beeld
of de kleur is onjuist
Het beeldschermformaat wordt
niet ondersteund.
Problemen met de aanraakfuncties
Aanraakfunctie ongeldig
Aanraakpositie is niet correct
Video's werken niet normaal
Geen beeld en geen geluid
Het beeld vertoont horizontale
of verticale strepen of
beeldrasters
Geen kleur, kleur is zwak of
beeld is zwak.
Audio werkt niet normaal
Beelden worden getoond
zonder geluid
Slechts één luidspreker heeft
geluid
Copyright © 2018 Vivitek. Vivitek is een handelsmerk van Delta Electronics, Inc.
Controleer of er geen andere objecten zijn tussen de
1
afstandsbediening en het IR-sensorvenster omdat dit kan leiden
tot een defect van de afstandsbediening.
Controleer of de batterijelektroden in de afstandsbediening in de
2
juiste richting zitten.
Controleer of de batterijen in de afstandsbediening moeten
3
worden vervangen;
1
Controleer of de slaapstand is ingesteld.
2
Controleer of er een plotselinge stroomuitval is opgetreden.
Controleer of er een signaal is (het scherm kan uitschakelen na
3
een periode van inactiviteit).
1
Controleer of het scherm correct is ingesteld.
2
Controleer of de beste resolutie is ingesteld.
1
Selecteer de automatische correctie in het OSD-instellingsmenu.
2
Pas de klok- en fasewaarden aan in het OSD-instellingsmenu.
Controleer of de videokabels goed zijn aangesloten of als er
1
kwaliteitsproblemen zijn.
Pas de helderheids- of contrastwaarden in het OSD-
2
instellingsmenu aan.
1
Selecteer de automatische correctie in het OSD-instellingsmenu.
2
Pas de klok- en fasewaarden aan in het OSD-instellingsmenu.
1
Controleer of het touchscreen-stuurprogramma is geï nstalleerd.
Controleer of de grootte van het contactpunt vergelijkbaar is met
2
de vinger.
1
Controleer of het touchscreen-stuurprogramma is geï nstalleerd.
2
Controleer of de aanraakpen naar het scherm gericht is.
1
Controleer of de machine is ingeschakeld.
Controleer of de signaalkabel correct is aangesloten en of de
2
juiste ingangsbron is geselecteerd.
Als het scherm in de interne computermodus is, moet u
3
controleren of de interne computer is gestart.
1
Controleer of de signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer of andere elektronische apparatuur of elektrische
2
gereedschappen rond de machine zijn geplaatst.
Pas de helderheids- of contrastwaarden in het OSD-
1
instellingsmenu aan.
2
Controleer of de signaalkabel correct is aangesloten.
1
Controleer of de op de knop Dempen is gedrukt.
2
Druk op VOL+/- om het volume te regelen.
3
Controleer of de audiolijn correct is aangesloten.
1
Pas de geluidsbalans aan in het OSD-instellingsmenu.
Controleer of het geluidsbedieningspaneel van de computer
2
slechts één geluidskanaal heeft ingesteld.
3
Controleer of de audiolijn correct is aangesloten.
Gebruiksaanwijzing
Pagina 43