Installatie
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de
linker- en rechterzijde van de machine.
1. Koppel de maaier los van de tractor.
2. Blokkeer de wielen van de maaier zodat hij niet kan
bewegen als de handrem wordt losgelaten.
3. Verwijder de aftakassteun van de trekstang aangezien
deze nodig is voor de nieuwe trekstang.
4. Gebruik een geschikte riem om de remhendel in vrije
stand te houden. Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de tractie-eenheid voor veiligheidsinstructies met
betrekking tot opgeslagen energie.
5. Verwijder de gaffelpen waarmee de kabelafsteller
bevestigd is aan het handremmechanisme onder de
trekstang.
6. Ondersteun de trekstang en verwijder de vier
M16 bouten die de trekstang bevestigen aan het
maaiertussenschot. Verwijder de volledige gemonteerde
trekstang.
7. Zorg ervoor dat de nieuwe trekstang voorzien is van
een geschikte riem om de remhendel in vrije stand
te houden. Raadpleeg de gebruikershandleiding van
de tractie-eenheid voor veiligheidsinstructies met
betrekking tot opgeslagen energie.
8. Hou de nieuwe trekstang op zijn plaats.
9. Gebruik de vier M16 bouten en nieuwe nylock moeren
en bevestig de nieuwe trekstang aan de machine. Deze
bouten moeten tot een torsie van 200 Nm worden
vastgedraaid.
10. Verbind de kabelafsteller opnieuw met het
handremmechanisme. Gebruik hiervoor de originele
gaffelpen, ringen en splitpen.
11. Monteer de aftakassteun. Gebruik hiervoor de nieuwe
moer en bout.
12. Controleer of alle bouten op de juiste manier zijn
vastgedraaid.
Bijkomende vereisten voor gebruik met een tractor
die is uitgerust met een hydraulisch remsysteem voor
aanhangwagens.
Als uw machine al is uitgerust met een hydraulisch
remsysteem, moet u de trekstang met oplooprem
geschikt maken voor hydraulisch remmen door het
oploopremmechanisme te vergrendelen.
Dit kunt u doen door de vaste remschoenen, het rode
afstandsstuk en de afstandringen te monteren, die samen met
deze set worden geleverd. Volg hierbij de volgende procedure:
1. Verwijder het wiel en de wielnaaf aan elke kant van de
machine.
2. Verwijder de oploopremschoenen (Figuur 1).
1
1. Oploopremschoen
3. Verwijder de vaste remschoen en veer (Figuur 2).
1
2
1. Veer
4. Plaats de wielnaaf en het wiel terug op hun plaats.
Draai de bevestigingen stevig vast.
5. Verwijder de 2 bouten waarmee het trekoog aan de
trekstang is bevestigd (Figuur 3). Gooi de M12 nylock
moeren weg, maar hou de bouten en de grote ring van
10 mm dik bij.
2
G025070
Figuur 1
G025071
Figuur 2
2. Vaste remschoen