Gids voor veilig rijden
Wanneer u uw stoel ontvangt met Easywheel erop gemonteerd, is het belangrijk dat u de werking
van de stoel op een veilige en rustige plaats controleert. Als Easywheel-gebruiker bepaalt u zelf
welke afstanden u aankan met het oog op uw rijvaardigheden en uw fysieke vermogen. Controleer
of de banden niet versleten of beschadigd zijn alvorens Easywheel te gebruiken. Deze
veiligheidscontroles in combinatie met uw rijvaardigheden zijn van belang bij uw oordeel of u al
dan niet met Easywheel kunt rijden.
Met behulp van Easywheel kunt u op- en aflopende hellingen volgens de specificaties van de
rolstoelfabrikant aan. Basisvoorwaarden zijn echter dat de banden een perfect profiel hebben, dat de
bandenspanning juist is, dat de ondergrond geen risico's met zich meebrengt en dat u niet meer dan
125 kg weegt.
U hebt hulp nodig:
x Als u stoepranden over moet waarbij de hellingsgraad van de rolstoel meer dan 15%
bedraagt.
x Bij allerlei hindernissen op hellende wegen aangezien het gevaar voor kantelen daar groter
is.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u verkeerswegen, kruispunten en spoorwegovergangen
oversteekt. Rijd bij het oversteken van tram- en treinsporen nooit parallel met de rails. De wielen
zouden in de rails kunnen blijven steken. Vraag bij voorkeur iemand om hulp om de rolstoel snel de
straat of de spoorwegovergang over te rijden.
Op een natte ondergrond hebben de banden een slechtere grip waardoor het gevaar voor slippen
toeneemt. Stem uw rijgedrag altijd af op de heersende (weers)omstandigheden.
Rijden op trappen
Om lage traptreden te overbruggen, rijdt u achterwaarts.
Hellingen
Oefen het rijden op hellende ondergronden. Rijd erg voorzichtig.
Oversteekplaatsen en trottoirs
Neem ruim de tijd wanneer u oversteekt.
Wees voorzichtig zodat u geen stoepranden raakt.
© Mobility Products 2013 | Hoofdstraat 23 | 9356 AT Tolbert
t: +31 (0)85 87 86 144 | f: +31 (0)85– 87 79 271 |
info@mobilityproducts.nl
10