Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Let op
Het apparaat heeft een veiligheids-timer.
In- en uitschakelprocedures kunnen maximaal
3 minuten worden vertraagd.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer op beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Controleer het vulpeil van de condensopvangbak, maak
deze zo nodig leeg. Het controlelampje voor de
condensopvangbak (4) mag niet branden en de zoemer
mag niet klinken.
• Controleer het draaiveld, corrigeer het zo nodig (zie
hoofdstuk Montage en installatie).
• Laat een elektrische controle uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en
koudetechniek of door Trotec.
Het apparaat werkt, maar er is geen condensvorming:
• Controleer of het condensafvoerslang goed vastzit.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane werkbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens.
• Controleer of de relatieve luchtvochtigheid overeenkomt
met de technische gegevens.
• Controleer de vooringestelde gewenste luchtvochtigheid.
De luchtvochtigheid in de opstelruimte moet minimaal 3 %
boven de instelwaarde liggen. Verlaag evt. de
vooringestelde gewenste luchtvochtigheid.
• Controleer de condenspomp op een probleemloze werking,
resp. op ongebruikelijke trillingen en geluiden. Verwijder
uitwendige vervuilingen (zie hoofdstuk onderhoud).
• Controleer het luchtfilter op vervuilingen. Indien nodig het
luchtfilter reinigen, resp. vervangen (zie het hoofdstuk
onderhoud).
• Controleer de condensor en de condenspomp uitwendig op
vervuilingen (zie hoofdstuk onderhoud). Laat een inwendig
vervuild apparaat reinigen door een gespecialiseerd bedrijf
of door Trotec.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer het luchtfilter op vervuilingen. Indien nodig het
luchtfilter reinigen, resp. vervangen (zie het hoofdstuk
onderhoud).
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
12
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. verliest
capaciteit:
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op vervuilingen.
Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het inwendige van het apparaat en vooral de
ventilator, de ventilatorbehuizing, de verdamper condensor
en de condenspomp uitwendig op vervuilingen (zie het
hoofdstuk onderhoud). Laat een inwendig vervuild
apparaat reinigen door een gespecialiseerd bedrijf op het
gebied van koel- en koudetechniek of door Trotec.
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Neem contact op met de klantenservice. Breng het apparaat
indien nodig voor reparatie naar een gespecialiseerd bedrijf op
het gebied van koel- en koudetechniek of naar Trotec.
Foutcodes
Op de segmentweergave kunnen de volgende foutmeldingen
worden weergegeven:
Alleen DH 105 S / DH 115 S
Foutcode
E1
E2
E5
condensdroger DH 105 S / DH 115 S / DH 145 SH
Oorzaak
Maatregel
Foutmelding van de
Zet de droger in bij een
vochtigheidssensor
ruimteluchtvochtigheid die
overeenkomt met de
technische gegevens.
Foutmelding van de
Schakel het apparaat uit en
sensor circuit van het
neem contact op met de
koelaggregaat
klantenservice.
Verkeerd draaiveld in
Corrigeer het draaiveld in
de fasewisselstekker
de fasewisselstekker zoals
beschreven in het
hoofdstuk Netaansluiting.
NL